8 InsTeLLen
Het kan in bepaalde gevallen nodig zijn om de stan-
daardinstellingen te veranderen. Met behulp van de
afzonderlijke software BCSoft en een pc-opto-adap-
ter is het mogelijk enkele parameters van de PFU te
modificeren, zoals bijvoorbeeld de uitschakeldrem-
pel van de vlamversterker, het gedrag bij vlamstoring
of wanneer de aansteekbrander na ontsteking en bij
hoofdbranderbewaking voortdurend moet branden.
➔ De software en de adapter zijn als toebehoren
verkrijgbaar – zie het hoofdstuk "Toebehoren".
➔ Parameterlijst – zie tabel pagina 17 (15 Afle-
zen van het vlamsignaal en de parameters).
➔ Om de parameters te veranderen is een wacht-
woord (parameter 50) nodig – wachtwoord zie
orderbevestiging.
➔ Attentie! Als er parameters gewijzigd worden,
dan de bijgevoegde sticker "Gewijzigde parame-
ters" op het aansluitschema van de PFU plakken.
D-49018 Osnabrück, Germany
Achtung, geänderte Parameter!
Die Angaben auf dem Typenschild
gelten nicht mehr in vollem Umfang.
Aktuelle Parameter direkt auslesen.
Important, changed parameters!
The details on the type label are no
longer completely accurate. Read the
current parameters direct from the
unit.
Attention, paramètres modifiés !
Les informations figurant sur la plaque
signalétique ne sont plus valables
dans leur intégralité. Veuillez vous
référer directement aux paramètres
actualisés.
➔ Indien de PFU voor controle zonder sticker "Ge-
wijzigde parameters" naar Elster GmbH gestuurd
wordt, wordt het apparaat met de oorspronke-
lijk af fabriek ingestelde hardwareparameters
teruggestuurd.
➔ Bij het vervangen van de branderbesturing de
parameterinstelling van het nieuwe apparaat aan
de parameterinstelling van het oude apparaat
aanpassen.
➔ Bij het gebruik van een uv-sonde UVS de uit-
schakeldrempel ≤ 5 µA instellen.
➔ Bij meervlambewaking de instelling van de para-
meter 45 controleren.
WaaRsChuWIng
Bij meervlambewaking moet de parameter 45 op
1 zijn ingesteld, anders worden de vlammen niet
bewaakt.
➔ De parameters kunnen ook bij een uitgeschakel-
de PFU uitgelezen en veranderd worden.
opgeLeT
Het valt onder de verantwoordelijkheid van de
gebruiker om te waarborgen dat alle parameters
en functies overeenkomstig de geldende richtlijnen
en normen voor de betreffende toepassing op
correcte wijze zijn ingesteld.
➔ Wijzigingen aan de parameters moeten met de
voor de installatie verantwoordelijke personen
worden afgesproken.
9 KenMeRKen
➔ Iedere branderbesturing kan individueel worden
gekenmerkt.
1 Plaatje of sticker in het daartoe voorziene veld op
de greep van de branderbesturing bevestigen.
➔ De afmetingen van het veld zijn 28 × 18 mm
(1,10 × 0,71").
10 In BedRIJF sTeLLen
In de fabriek kunnen 1–4 startpogingen ingesteld
zijn. Dat wil zeggen dat de branderbesturing PFU na
het tevergeefse opstarten de brander/aansteekbran-
der of hoofdbrander maximaal drie keer opnieuw
kan starten. Daarna wordt deze wegens storing
uitgeschakeld.
➔ Tijdens het bedrijf geeft het 7-segmentsdisplay
de programmastatus weer:
0
Aanloopstand
1
Wachttijd
2
Veiligheidstijd bij opstarten
3
Vlamstabilisatietijd
4
Bedrijf
5
Wachttijd hoofdbrander
6
Veiligheidstijd bij opstarten hoofdbrander
7
Vlamstabilisatietijd hoofdbrander
8
Bedrijf hoofdbrander
➔ De aangegeven programmastatus kan afhanke-
lijk van de parametrisatie afwijken.
opgeLeT
Installatie voor inbedrijfname op lekkage contro-
leren.
1 Gaskraan sluiten.
2 Installatie inschakelen.
3 Controleren of alles elektrisch in orde is.
4 PFU inschakelen.
WaaRsChuWIng
Het apparaat is defect, wanneer er tijdens de
wachttijd (weergave 1) een gasklep opengaat. Ap-
paraat demonteren en in de fabriek laten nakijken.
NL-9