Veiligheid
Symbolen
In deze inbouw- en bedieningsvoorschriften worden de volgende symbolen gebruikt:
2.2
Personeelskwalificatie
Het personeel moet:
▪ Geïnstrueerd zijn over de plaatselijk geldige ongevallenpreventievoorschriften.
▪ De inbouw- en bedieningsvoorschriften gelezen en begrepen hebben.
Het personeel moet de volgende kwalificaties hebben:
▪ Elektrische werkzaamheden moeten door een elektromonteur worden uitgevoerd.
▪ De montage of demontage moet worden uitgevoerd door een vakman, die een oplei-
ding heeft gevolgd voor de omgang met de noodzakelijke gereedschappen en beves-
tigingsmaterialen.
Definitie 'Elektromonteur'
Een elektromonteur is een persoon met een geschikte vakopleiding, kennis en erva-
ring, die de gevaren van elektriciteit kan herkennen en voorkomen.
2.3
Gevaren bij de niet-naleving van de veiligheidsaanwijzingen
De veronachtzaming van de veiligheidsaanwijzingen kan een risico voor personen en
product/installatie tot gevolg hebben. Bij niet-naleving van de veiligheidsvoorschrif-
ten vervalt de aanspraak op schadevergoeding. Meer specifiek kan het niet opvolgen
van de veiligheidsrichtlijnen bijvoorbeeld de volgende gevaren inhouden:
▪ verlies van belangrijke functies van het product/de installatie,
▪ Voorgeschreven onderhouds- en reparatieprocedés die niet uitgevoerd worden
▪ Gevaar voor personen door elektrische, mechanische en bacteriologische blootstellin-
gen
▪ Materiële schade
2.4
Veiligheidsaanwijzingen voor de gebruiker
De bestaande voorschriften voor de ongevallenpreventie dienen in acht te worden
genomen. Gevaren verbonden aan het gebruik van elektrische energie moeten wor-
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-CIF-Module
Algemeen gevarensymbool
Gevaar voor elektrische spanning
Waarschuwing voor hete oppervlakken
Waarschuwing voor magnetische velden
Aanwijzingen
nl
5