Controlelampjes voor de bela-
ding
Het apparaat kan de tijd meten waar-
in het wasgoed het water opneemt.
Aan de hand daarvan kan het appa-
raat de hoeveelheid of de samenstel-
ling van het wasgoed meten en het
programmaverloop aanpassen.
Het apparaat doet dit in de eerste 10
min. nadat het programma is gestart.
Via de controlelampjes wordt in de pro-
gramma's Witte was / Bonte was en
Kreukherstellend de belading aangege-
ven, zoals het apparaat die heeft geme-
ten.
Wanneer er 1 controlelampje brandt
duidt dat op een geringe belading.
Wanneer er 2 controlelampjes branden
duidt dat op een gemiddelde belading.
Wanneer er 3 controlelampje branden
duidt dat op een volle belading.
Het bijvullen van de trommel
U kunt bij de volgende programma's
nog wasgoed in de trommel leggen of
wasgoed uit de trommel halen, nadat u
het programma heeft gestart:
– Witte was / Bonte was
– Kreukherstellend
– Wol
– Miniwas
– Combinatiewas
– Stijven
Druk op de Deur - toets totdat de
deur openspringt.
Leg wasgoed in de trommel of haal
er wasgoed uit.
Sluit de deur.
Bij de programma's Witte was / Bonte
was, Wol, Miniwas, Combinatiewas
(met een groot aandeel bont wasgoed)
en Stijven kunt u de deur in de meeste
gevallen in alle programmafases open-
doen, behalve tijdens het eindcentrifu-
geren.
Bij de programma's Kreukherstellend
en Combinatiewas (met een groot aan-
deel kreukherstellend wasgoed) kunt u
de deur in de meeste gevallen in de
programmafase "Hoofdwas" opendoen.
In een paar gevallen kan de deur niet
meer worden geopend, en wel wan-
neer:
– de temperatuur van het sop boven
de 55°C komt;
– u de extra functie "Extra water" heeft
ingesteld;
– de programmavergrendeling is inge-
schakeld.
Wanneer er nog wasgoed in de
trommel wordt gelegd of wanneer
er wasgoed uit de trommel wordt
gehaald, wordt de belading niet ge-
meten. Het apparaat wast tijdens
het programmaverloop alsof het vol
beladen is en geeft de maximale be-
lading aan.
Zo wast u goed
17