9.3
Ventilatoren met variabel toerental
Waarschuwing
Resonantiefrequenties kunnen leiden tot verhoogde trillingen in bepaalde toerental bereiken. Deze trillingen
kunnen componenten onherstelbaar beschadigen.
♦ Gebruik de ventilator alleen buiten deze toerental bereiken.
♦ Doorloop deze toerental bereiken zo snel dat elke trilling de toegestane resonantiefrequenties niet kan
overschrijden.
♦ Volg de gebruiksaanwijzing van de frequentieomvormer.
Pas op
Schade als gevolg van onjuiste inbedrijfstelling van de frequentieomvormer.
♦ Installeer de ventilator en frequentieomvormer zo dicht mogelijk bij elkaar.
♦ Gebruik afgeschermde kabels.
♦ Alle onderdelen (ventilator, frequentieomvormer en motor) moeten zijn geaard.
♦ Wij adviseren het gebruik van sinusfilters over alle polen.
♦ Vermijd het gebruik van de ventilator via de frequentieomvormer onder 10 Hz.
♦ Verwarming van de motor door gebruik van een variabele frequetieaandrijving moet worden
gecontroleerd in de toepassing door de klant.
♦ Overschrijd nooit de maximale rotatiesnelheid van de waaier zoals aangegeven op het typeplaatje van
de ventilator.
10
Inbedrijfstelling
Garantieclaims kunnen alleen worden ingediend als de inbedrijfstelling correct wordt uitgevoerd en schriftelijk be-
wijs daarvan wordt geleverd.
Veiligheidsinformatie
♦ Elektrische verbinding mag alleen worden uitgevoerd door voldoende gekwalificeerde personen, voor nadere infor-
matie zie Tabel 1 Kwalificaties, pagina 2.
Voorwaarden
♦ De installatie en elektrische aansluiting zijn correct
uitgevoerd.
♦ Restmaterialen van de installatie en vreemde
voorwerpen zijn uit de ventilator en leidingen
verwijderd.
♦ Controleer de ventilator, voordat u deze inschakelt, op
aan de buitenkant zichtbare schade en zorg dat de
beveiligingen goed werken.
Testen
Tijdens de inbedrijfstelling moet de volgende volgorde worden gevolgd:
Wisselstroommotor
1. Schakel de ventilator in.
2. Voer de testen uit die in het inbedrijfstellingsrapport
worden gevraagd (18 Inbedrijfstellingsrapport, pagina
23)
Ventilatoren waarvan snelheid kan worden geregeld:
„Meetgegevens bij inbedrijfstelling" aan max. snelheid
3. Schakel de ventilator uit.
| 005
♦ Inlaat en uitlaat zijn vrij.
♦ Kabelpakkingen zitten goed vast.
♦ Gegevens op het naamplaatje komen overeen met de
aansluitgegevens.
♦ Veiligheidsvoorzieningen zijn gemonteerd.
EC-motor
Als de hoofdschakelaars wordt ingeschakeld, start de
motor een initialisatiefase (enkele seconden). Na de
initialisatie is de regelingang actief.
1. Schakel de ventilator via de regelingang in.
2. Voer de testen uit die in het inbedrijfstellingsrapport
worden gevraagd (18 Inbedrijfstellingsrapport, pagina
23)
Ventilatoren waarvan snelheid kan worden geregeld:
„Meetgegevens bij inbedrijfstelling" aan max. snelheid
3. Schakel de ventilator via de regelingang uit.
17
Inbedrijfstelling |