7
Kopiëren
Kopieerinstellingen
U kunt voor meerdere kopieën de
kopieerinstellingen tijdelijk wijzigen.
(Alleen MFC-modellen) De machine keert na
1 minuut inactiviteit terug naar de
standaardinstelling, of als de tijdklokstand
ervoor zorgt dat de machine terugkeert naar
de faxmodus. (Zie Tijdklokstand (alleen MFC-
modellen) uu pagina 4.)
Als u een instelling wilt wijzigen, drukt u op
KOPIE (COPY) of Kopiëren, Opties en
vervolgens op s of t om door de
kopieerinstellingen te bewegen. Druk op de
gewenste instelling en kies een optie.
Als u klaar bent met het kiezen van de
instellingen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start (Colour Start).
Opmerking
U kunt bepaalde instellingen die u vaak
gebruikt, opslaan door deze als standaard
te definiëren. Deze instellingen blijven van
kracht totdat u ze weer wijzigt. (Zie Uw
wijzigingen instellen als nieuwe
standaardinstellingen uu pagina 41.)
Kopiëren stoppen
Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit) om het
kopiëren te stoppen.
Kopieersnelheid en -kwaliteit
wijzigen
U kunt kiezen uit een reeks kopieersnelheden
en kwaliteitsinstellingen. De
standaardinstelling is Normaal.
Snel
Hoge kopieersnelheid en laagste
inktverbruik. Gebruik deze instelling om
tijd te besparen bij het afdrukken van
documenten die u wilt proeflezen, grote
documenten of een groot aantal kopieën.
Normaal
Normaal is de aanbevolen modus voor
normale afdrukken. Hiermee verkrijgt u
een goede kopieerkwaliteit met adequate
kopieersnelheid.
Fijn
Gebruik de modus Fijn voor het kopiëren
van gedetailleerde beelden, zoals foto's.
Deze modus biedt de hoogste resolutie en
de laagste snelheid.
a
Druk op
(KOPIE (COPY)) of
Kopiëren.
b
Laad uw document.
c
Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d
Druk op Opties.
e
Druk op s of t om Kwaliteit weer te
geven.
f
Druk op Kwaliteit.
g
Druk op s of t om Snel, Normaal of
Fijn weer te geven en druk vervolgens
op de gewenste optie.
h
Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start (Colour Start).
7
35