Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruikershandleiding
HOOFDSTUK 4: BEDIENINGSHANDLEIDING GEBRUIKER
§4.1
Algemeen
Bij de volledig automatische besturing kan de lift vanaf het grondstation naar alle verdiepingen
gestuurd worden.
Verdiepingen kunnen voorzien worden van een oproepkastje. Een oproepkastje maakt het mogelijk de
lift op te roepen en naar de begane grond te sturen.
De grondkooi is voorzien van een touchpanel. Het touchpanel voorziet in de volgende functies:
- Wegsturen van de lift naar een andere verdieping
- Oproepen van de lift naar de begane grond
- Weergave (fout)meldingen
Als laatste is ook het laadplateau voorzien van een bediening. De verdieping waar de lift naar toe
moet kan ook op het plateau worden geselecteerd. Dit houdt in dat ook op een verdieping de lift naar
elke willekeurige verdieping kan worden gestuurd (opperfunctie).
Verder is het optioneel om de besturing uit te voeren met een GPRS modem. Via de GPRS verbinding
wordt de actuele status van de lift beschikbaar gesteld aan een centrale server. Via een internetsite
kan deze status zichtbaar gemaakt worden. Hulp en analyse op afstand worden hierdoor mogelijk.
§4.2
Aanwijzingen vóór gebruik
Instructies voor de gebruiker/operator over hoe de apparatuur moet worden gebruikt is hieronder
aangegeven. Instructies zijn ook te vinden in de besturingskast van de grondkooi en op de aanwezige
stickers. Onleesbare instructiestickers moeten worden vervangen. Als geen instructies in de lift
aanwezig zijn moeten ze alsnog worden aangebracht.
Veiligheidsinstructies:
-
Lees voor gebruik van de lift de handleiding aandachtig door.
-
De minimum leeftijd voor bedienend personeel is 18 jaar.
-
Personen vervoer is ten strengste verboden
-
Stel de lift buiten gebruik als de windsnelheid hoger is dan windkracht 8 (19m/s).
-
Het vervoer van materiaal aan de buitenkant van de liftkooi is verboden.
-
Overschrijd nooit het maximale laadvermogen.
-
Rapporteer direct elk defect of veiligheidsrisico.
Vóór gebruik dient dagelijks de volgende veiligheidsprocedures uitgevoerd te worden:
Voer geen dagelijkse veiligheidscontrole uit aan een lift die aan een wind met
hogere windkracht dan windkracht 8 blootgesteld is geweest. Neem eerst
contact op met de bouwplaatsleiding.
1. Gebruik de lift niet voordat alle veiligheidscontroles zijn uitgevoerd met het plateau in het
grondstation. Controles met een bewegende plateau dienen met de grootste voorzichtigheid
uitgevoerd te worden.
2. Controleer voor gebruik of er geen beschadigingen zijn aan de lift, mast, verankering
bekabeling.
3. Controleer of alle veiligheidsmiddelen, onderhoud- en veiligheidsinstructies aanwezig zijn.
4. Neem de lift niet in gebruik voordat gecontroleerd is dat de voorgeschreven periodieke
controles en tests zijn uitgevoerd.
5. Controleer voor gebruik of er zich geen obstakels bevinden in de baan van de lift.
6. Controleer of alle noodstopschakelaars en eindschakelaars onbeschadigd zijn.
7. Maak een proefrit en test elke eindschakelaar op zijn werking.
8. Controleer de juiste werking (elektrisch en mechanisch) van alle poort- en/of
deurvergrendelingen op de lift en op de etages.
9. Controleer de stroomkabel geleiding aan de mast op een goede werking.
10. Controleer de werking van de stopknoppen op de bedieningskastjes op de verdiepingen
(indien aanwezig)
RAXTAR Goederenliften
Versie 1.2 – September 2008
Pagina 14 of 21
Advertenties
Inhoudsopgave
