Inhoudsopgave
Advertenties
➔ Indien de aansteekbrander met een andere gas-
soort dan aardgas wordt gebruikt, de brander
voor de gassoort ombouwen.
1
➔ attentie! Spanningvoerende onderdelen.
2
I
Z
3
4
➔ n = aardgas, F = lpg, s = cokesgas, stadsgas.
➔ Bij bedrijf met cokesgas, stadsgas ( s) de
borgschroef er zonder het inzetstuk weer in-
schroeven – het inzetstuk niet in de aansluitkast
bewaren, gevaar voor kortsluiting.
4
5
6
7
9 Na de omstelling op een andere gassoort de
inlaatdrukken aanpassen – zie pagina 5 (7 In
bedrijf stellen).
4 InBouWen
gevaaR
ontploffingsgevaar!
Op een gasdichte aansluiting letten.
➔ Inbouwpositie: willekeurig.
➔ Aansteekbrander zo inbouwen dat een veilige
ontsteking van de hoofdbrander gegarandeerd
wordt.
➔ De aansteekbrander vast inbouwen.
➔ Wij adviseren u, in de gas- en luchttoevoerleiding
een filter, een restrictie-element en een meetnip-
= N
+
= F
+
= S
8
pel in te bouwen. Volgorde: filter, restrictie-ele-
ment, meetnippel, aansteekbrander.
Afstand tussen restrictie-element en meetnippel
evenals tussen meetnippel en aansteekbrander:
min. 5 x DN.
ZaI
➔ Inlaatdruk aansteekbrander:
aardgas: max. 35 mbar (14 "WC),
cokesgas, stadsgas: max. 30 mbar (12 "WC),
lpg: max. 60 mbar (23 "WC).
➔ Voor een ongehinderde luchtaanzuiging zorgen.
➔ De ZAI heeft vrijliggende elektroden en geen
vlambewakingsbuis. Beschermingsbuis, zie
pagina 6 (9 Toebehoren).
WaaRsChuWIng
verwondingsgevaar!
Let op de vooruitspringende ionisatiepen.
1
➔ De brander bevestigen via de twee gaten van de
bevestigingsstrip.
8
2
➔ Aansteekgasleiding met 8-mm-buis op de ga-
6
saansluiting
aansluiten.
➔ Bij het vastschroeven van de wartelmoer
juiste positie van de conische ring
conische ring invetten.
➔ Doorstroomkarakteristiek ZAI – zie www.docu-
thek.com
ZKIh
Max. inlaatdruk aansteekbrander:
Aardgas
Cokesgas,
stadsgas
Lpg
➔ Doorstroomkarakteristiek ZAI – zie www.docu-
thek.com
1
NL-3
6
9
8
letten – de
gas
Lucht
[mbar ("WC)]
[mbar ("WC)]
23 (9)
22 (8,7)
20 (8)
80 (31,5)
50 (19,7)
80 (31,5)
9
op de
Advertenties
Inhoudsopgave
