Inhoudsopgave
Advertenties
WAARSCHUWING: Kijk niet rechtstreeks in de lichtstraal. Richt de lichtstraal nooit op een
persoon of een ander voorwerp dan het werkstuk.
WAARSCHUWING: Richt de straal niet opzettelijk op mensen en zorg ervoor dat hij niet
langer dan 0,25 seconden op iemands oog wordt gericht.
4.13 BOREN
1) Boren
Vóór het boren moet de functiekeuzeschakelaar in de boorstand
Gebruik bij het boren op een hard, glad oppervlak een centerpons om het gewenste boorpunt te markeren.
Dit voorkomt dat de boor tijdens het boren uit het midden glijdt. Houd het gereedschap stevig vast en steek
de punt van de boor of bit in het werkstuk, waarbij u alleen genoeg druk uitoefent om de snede te maken.
Gebruik geen kracht en oefen geen zijdelingse druk uit om een gat te verlengen.
2) Hout boren
Gebruik voor het boren in hout boren van snelstaal voor maximale prestaties. Draai de functiekiezer naar de
boorstand
. Begin het boren met een zeer lage snelheid om te voorkomen dat de boor van het startpunt
afglijdt. Verhoog de snelheid als de boor in het materiaal boort. Plaats bij het boren door gaten een houten
blok achter het werkstuk om rafelige of gesinterde randen aan de achterkant van het gat te voorkomen.
vermijden.
3) Metaal boren
Gebruik voor het boren van metaal of staal boren van snelstaal voor maximale prestaties. Draai de
functiekeuzeschakelaar naar de boorstand
Begin het boren met een zeer lage snelheid, zodat de boor niet van het startpunt afglijdt.
Houd een snelheid
en druk die snijden mogelijk maakt zonder dat het bit oververhit raakt.
Als je te veel druk uitoefent:
Oververhit de boor.
⚫
Slijtage van de lagers.
⚫
Buigen of verbranden van bits.
⚫
Produceer gaten buiten het midden of onregelmatig gevormd.
⚫
Bij het boren van grote gaten in metaal is het raadzaam eerst met een kleine boor te boren en daarna met
een grote boor te eindigen. Smeer de boor ook met olie om de boorwerking te verbeteren en de levensduur
van de boor te verlengen.
4) Schroef
Gebruik voor maximale prestaties bits van goede kwaliteit voor het indraaien van schroeven, draai
⚫
de functiekeuzeschakelaar in de stand "21" voor schroevendraaiers.
Stel het koppel laag genoeg in zodat er een veiligheidsmarge is. Gebruik een zeer lage
⚫
koppelinstelling wanneer u kleine schroeven in zachte materialen draait. Pas vervolgens de instelling
aan wanneer de vereiste kracht is vastgesteld.
worden gezet.
.
21
Advertenties
Inhoudsopgave
