18.4. UEFI-fi rmware-instelling
In de UEFI-firmware-instelling (basisconfiguratie van de hardware van uw systeem)
heeft u uitgebreide instelmogelijkheden voor de werking van uw notebook. U kunt
hier bijvoorbeeld de werking van de interfaces, de veiligheidsinstellingen of het
energiebeheer wijzigen. Het notebook is in de fabriek al ingesteld voor optimale
werking.
LET OP!
Wijzig deze instellingen alleen wanneer het absoluut noodza-
kelijk is en u bekend bent met de configuratiemogelijkheden.
18.4.1. De UEFI-firmware-instelling uitvoeren
U kunt het configuratieprogramma alleen oproepen gedurende een korte periode
na het opstarten. Wanneer het notebook al is opgestart, schakelt u het uit en start
het opnieuw op. Druk op de functietoets F2 om de UEFI-firmware-instelling te
starten.
61 van 78