Download Print deze pagina

Zelflerende Procedure Van De Werkingstijd; Voorknipperfunctie - FAAC 452 MPS Handleiding

Advertenties

6. INBEDRIJFSTELLING
6.. CONTROLE VAN DE LEDS
De onderstaande tabel geeft de status van de leds weer afhankelijk van
de status van de ingangen.
Nota bene:
Led aan = contact gesloten
Led uit = contact open
Controleer de status van de signaleringsleds aan de hand van de Tabel
Werking van de leds voor de signalering van de status
LEDS
AAN
DP_A
Commando actief
DP_B
Commando actief
STOP
Commando niet actief
FSWCL
Veiligheidsvoorzieningen
uitgeschakeld
FSWOP
Veiligheidsvoorzieningen
uitgeschakeld
de toestand van de leds met de poort in de ruststand
is vetgedrukt aangegeven.
Daarnaast zit op de kaart de Led DL10, die werkt zoals in de volgende
tabel:
Poort gesloten in
Poort in beweging op in
pauzestand:
ruststand
uit
als indicatielampje
6.. CONTROLE VAN DE DRAAIRICHTING EN VAN DE KRACHT
1.
Programmeer de microschakelaars van de elektronische apparatuur
452 MPS naar eigen wens zoals aangegeven in Hst.5.
2.
Schakel de stroomtoevoer naar de elektronische bedieningsap-
paratuur uit.
3.
Deblokkeer de aandrijvingen en zet de poort met de hand halver-
wege de openingshoek.
4.
Blokkeer de aandrijvingen weer.
5.
Schakel de voedingsspanning weer in.
6.
S t u u r e e n o p e n i n g s c o m m a n d o n a a r d e i n g a n g
O P E N A ( f i g . 2 ) e n c o n t r o l e e r o f a a n d e v l e u g e l
van de poort een openingscommando wordt gegeven.
Als na de eerste impuls van OPEN A een sluitingscom-
mando wordt gegeven, moeten de spanning worden
afgekoppeld en moeten op het klemmenblok van de
45 MPS de fasen van de elektrische motor worden
omgedraaid (bruine en zwarte kabels).
7.
Controleer hoe de kracht op de motoren is ingesteld en wijzig deze
eventueel (zie Hst.5.1.).
8.
Stop de beweging van de vleugels met een STOP-commando.
9.
D e b l o k k e e r d e a a n d r i j v i n g e n , s l u i t d e
vleugels en blokkeer de aandrijvingen opnieuw.

6.3. ZELFLERENDE PROCEDURE VAN DE WERKINGSTIJD

tijdens de zelflerende procedure zijn de beveiligingen
uitgeschakeld! Voer de handeling dus zo uit dat iedere
toegang tot het bewegingsgebied van de vleugels
wordt vermeden-
De openings-/sluitingstijd wordt bepaald door een automatische
zelflerende procedure.
- AUTOMATISCHE ZELFLERENDE PROCEDURE
Controleer of de vleugels gesloten zijn, en druk vervolgens 1 seconde op
de drukknop F: de led DL10 begint te knipperen en de vleugels beginnen
met de openingsbeweging.
Wacht tot de vleugels de openingsaanslagen bereiken, en geef vervolgens
een impuls OPEN A (met de afstandsbediening of met de sleutelschakelaar)
om de beweging te stoppen: de vleugels stoppen en de DL10 stopt
met knipperen.
De procedure is beëindigd en de poort is bedrijfsklaar.
UIT
Commando niet actief
Commando niet actief
Commando actief
Veiligheidsvoorzieningen
ingeschakeld
Veiligheidsvoorzieningen
ingeschakeld
DL10
Zelflerende procedure
tijden:
knippert snel
6.3.. NORMAAL ZELFLEREN TIJDEN
Het normale zelfleren (d.w.z. zonder de eindschakelaars en Gatecoders)
kan op twee manieren gebeuren:
- ENKELVOUDIG ZELFLEREN (zonder vertragingen):
controleer of de vleugels gesloten zijn, roep vervolgens "BASISPROGRAM-
MERING" op, selecteer de functie ZELFLEREN TIJDEN en druk 1 seconde
lang op de +knop: het display begint te knipperen en de vleugels be-
ginnen de openende beweging.
Zodra de vleugels tegen de aanslagen voor opening komen, dient een
impuls OPEN A te worden gegeven (met de sleutelschakelaar of met
de radio-afstandsbediening), om de beweging te stoppen: de vleugels
stoppen en het display houdt op met knipperen.
Druk op de knop F om de programmering af te sluiten en op te slaan.
De procedure is voltooid en de poort is gereed om te werken.
- COMPLEET ZELFLEREN (met vertragingen):
controleer of de vleugels gesloten zijn, roep vervolgens "BASISPROGRAM-
MERING" op, selecteer de functie ZELFLEREN TIJDEN en druk vervolgens
langer dan 3 seconden op de +knop: het display begint te knipperen
en vleugel 1 begint de openende beweging. Door impulsen OPEN A
(door de sleutelschakelaar of vanaf de radio-afstandsbediening) worden
commando's gegeven voor de volgende functies:
1e OPEN - verlangzaming opening vleugel 1
2e OPEN - stopzetting opening vleugel 1 en begin openende
beweging vleugel 2
3e OPEN - verlangzaming opening vleugel 2
4e OPEN - stopzetting opening vleugel 2 en onmiddellijk begin van
de sluitende beweging vleugel 2
5e OPEN - verlangzaming sluiting vleugel 2
6e OPEN - stopzetting sluiting vleugel 2 en begin sluitende bewe-
ging vleugel 1
7e OPEN - verlangzaming sluiting vleugel 1
8e OPEN - Stop sluiting vleugel 1
Het display houdt op met knipperen, druk op de knop F om de program-
mering af te sluiten en op te slaan.
De procedure is voltooid en de poort is gereed om te werken.
Opmerkingen: als u in enkele fasen de verlangzaming wenst te eli-
mineren, moet u wachten totdat de vleugel tegen de
aanslag komt, en 2 achtereenvolgende OPEN-impulsen
geven (binnen 1 sec.).Ook als er slechts één vleugel is,
moet toch de hele sequens worden uitgevoerd. Aan
het einde van de opening van de vleugel moeten 5
Open-impulsen worden gegeven totdat de vleugel
begint te sluiten; vervolgens moet de normale proce-
dure worden hervat.

6.4. VOORKNIPPERFUNCTIE

Als u het veiligheidsniveau van de installatie wilt verhogen, kunt u de
voorknipperfunctie activeren, waarmee het lichtsignaal 5 seconden
voordat de beweging van de vleugels begint, wordt ingeschakeld.
Handel als volgt om de voor knipperfunctie te activeren:
1.
controleer of de poort gesloten is
2.
open het contact Stop en houd hem open
3.
controleer of de led DL10 gedoofd is (als hij brandt is de voorknip-
perfunctie al actief)
4.
druk even op de knop F en controleer of de led DL10 brandt
5.
sluit het contact Stop weer (DL10 dooft).
Handel als volgt om de functie te deactiveren:
1.
controleer of de poort gesloten is
2.
open het contact Stop en houd hem open
3.
controleer of de led DL10 brandt (als hij gedoofd is, is de voorknip-
perfunctie al gedeactiveerd)
4.
druk even op de knop F en controleer of de led DL10 dooft
5.
sluit het contact Stop weer
7. TEST VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM
Controleer na het programmeren of de installatie goed werkt.
Controleer vooral of de kracht goed is ingesteld, en of de beveiligings-
voorzieningen op correcte wijze ingrijpen.
7

Advertenties

loading