4.4. Klemmenbord J - Accessoires (fig. )
OPEN A - Commando "Helemaal open" (N.O.): hiermee wordt iedere im-
pulsgever bedoeld (drukknop, detector, enz.) die door een contact te
sluiten, het commando geeft voor het openen en/of sluiten van beide
vleugels van het hek.
Om meerdere impulsgevers voor volledige opening te installeren,
moeten de N.O.-contacten parallel worden aangesloten (zie fig. 13).
OPEN B - Commando "Gedeeltelijk open" (N.O.) /Sluiten: hiermee wordt
iedere impulsgever bedoeld (drukknop, detector, enz.) die door een
contact te sluiten, het commando geeft voor het openen en/of sluiten
door de motor M1. Bij de logica's B en C wordt altijd het commando
voor sluiting van beide vleugels gegeven.
Om meerdere impulsgevers voor gedeeltelijke opening te installeren,
moeten de N.O.-contacten parallel worden aangesloten (zie fig. 13).
STP - STOP-contact (N.C.): hiermee wordt iedere voorziening bedoeld (bijv.
een drukknop) die door een contact te openen, de beweging van de
poort kan stoppen.
Om meerdere STOP-veiligheidsvoorzieningen te installeren, moeten de
N.C.-contacten in serie worden aangesloten (zie fig 12).
Als er geen STOP-voorzieningen worden aangesloten,
maak dan een verbinding tussen de klemmen STP
en -.
CL FSW - Contact beveiligingen voor het sluiten (N.C.): De
beveiligingen voor het sluiten hebben tot doel het gebied waarin de
vleugels zich tijdens het sluiten bewegen, te beschermen. Bij de logica's
A-SP-E-EP, draaien de beveiligingen, tijden het sluiten, de beweging van
de poort om, of stoppen de poort en keren de beweging op zodra
ze weer vrij komen (zie programma microschakelaar DS2-SW2). Bij de
logica's B en C, onderbreken ze de beweging tijdens de sluitingscyclus.
Ze grijpen nooit in tijdens de openingscyclus. Als de Beveiligingen voor
het sluiten worden ingeschakeld met de poort open, verhinderen ze
de sluitingsbeweging van de vleugels.
Als er geen veiligheidsvoorzieningen voor de sluiting
worden aangesloten, maak dan een verbinding tussen
de klemmen CL en -TX FSW (fig. 7).
OP FSW - Contact beveiligingen voor het openen (N.C.): De
beveiligingen voor het openen hebben tot doel het gebied
waarin de vleugels zich tijdens het openen bewegen, te
beschermen. Bij de logica's A-SP-E-EP stoppen de beveiligingen,
tijdens het openen, de beweging van de vleugel van de poort, en
keren ze de beweging op zodra ze weer vrij komen. Bij de logica's
B en C, onderbreken ze de beweging tijdens de openingscyclus. Ze
grijpen nooit in tijdens de sluitingscyclus. Als de Beveiligingen voor het
openen worden ingeschakeld met de poort gesloten, verhinderen ze
de openingsbeweging van de vleugels.
Als er geen veiligheidsvoorzieningen voor het openen
worden aangesloten, maak dan een verbinding tussen
de klemmen OP en -TX FSW (fig. 7).
– -
Negatieve pool voeding accessoires
+ - Positieve pool voeding accessoires
De max. belasting van de accessoires is 500 mA Om
de opname te berekenen moeten de instructies van de
afzonderlijke accessoires worden geraadpleegd.
-TX FSW - Negatieve pool voeding zenders fotocellen
Als deze klem worden gebruikt om de negatieve voedingsdraad van
de fotocel-zenders aan te sluiten, kan eventueel de FAILSAFE-functie
worden gebruikt (zie programmering microschakelaar DS2- SW3).
Door deze functie te activeren, controleert de apparatuur vòòr iedere
openings- of sluitingscyclus of de fotocellen werken
4.5. Klemmenbord J5 - Lamp. Indicatielampje en elektrische vergrendeling (fig. )
W.L. - Voeding lamp indicatielampje
een eventueel indicatielampje aan van 24 Vdc - 3 W max. Om het
systeem goed te laten werken mag het aangegeven vermogen niet
worden overschreden.
LOCK - Voeding elektrische vergrendeling: Sluit tussen deze klem en de
+24V een eventuele elektrische vergrendeling van 12 Vac aan
Sluit tussen deze klem en de +24V
4.6. Connector J - Snelaansluiting (fig.)
Wordt gebruikt voor de snelaansluiting van Minidec, Decoder en Ontvan-
gers RP (zie fig. 14, 15, 16 en 17). Sluit het accessoire aan met de kant
met onderdelen naar de binnenkant van de kaart gericht. Het plaatsen
en verwijderen moet worden uitgevoerd na de spanning te hebben
uitgeschakeld.
452 MPS
Fig. 14
452 MPS
Fig. 15
PLUS 433 / 868
DIGIKEY
DIGICARD
452 MPS
452 MPS
5
PLUS
433 / 868
MINIDEC
SL / DS / SLH
PLUS
433 / 868
DECODER
SL / SLH
NB: Sluit de Plus-ontvangers niet pa-
rallel aan de Digicard of Digikey aan
op dezelfde decoder.
Fig. 16
RP 433 DS / SL
RP 868 DS / SLH
Fig. 17