3.2. Voorbereiding voor het afdalen of bestijgen van de trap
Rolstoel tot vlak onder de draagbeugel rijden. Handbediening met de sleutel inschakelen.
De verklikker voor de bedrijfsmodus licht
Draagbeugels omlaag brengen en onder de handvaten van de rolstoel schuiven. Daarna
de links en rechts aan de rolstoel bevestigde draagnoppen vasthaken in de twee voorste
verbindingsstukken (geperforeerde stangen aan het uiteinde van de gordel). De noppen
worden door het grootste gat gestoken en komen vast te zitten door de stang een klein
stukje naar boven te trekken. Daarna de draagbeugel met behulp van de handbediening
zover aantrekken dat alle gordels licht gespannen zijn. Controleert u nu de controlestift
onder aan de koppeling. Deze moet uit de koppeling steken voor de correcte bevestiging.
Is dit in beide kanten het geval dan de rolstoel omhoog brengen en de trap bestijgen.
BELANGRIJKE AANWIJZING
Vergewis u ervan dat de twee draagnoppen goed in de onderste opening van de koppeling
geschoven zijn en dat de controlestift uit de koppeling steekt.
hintere Befestigung: Stossgriffe des Rollstuhls
3.3. Afdalen en bestijgen van de trap
Rolstoel eerst van de bodem optillen met de
voor het op- of afrijden van de trap is bereikt, schakelt de hefmotor automatisch uit.
Door het drukken van de gele knop of in de gewenste richting zet de lift zich in
beweging. Voor het stijgen of dalen moet de knop ingedrukt worden gehouden. De
rolstoel kan tijdens het bestijgen of afdalen van de trap niet worden neergelaten.
Bij het loslaten van de pijlknop blijft de lift meteen staan.
BELANGRIJKE AANWIJZING
Let op dat de rolstoeltraplift niet door personen of obstakels belemmerd wordt.
groen
op.
koppeling
draagnop
controlestift
vordere Befestigung: Rollgurte mit
Rollstuhladapter eingerastet
groene pijltoets
6
. Als de juiste hoogte