LN = met de wipschakelaar-A wordt de functie-3 lineaire verstelling mogelijk, zie (bladzijde 26).
Wipschakelaar-A
3P = met de wipschakelaar-A wordt de functie-3-servo aangestuurd in de 3-punts-modus, zie (bladzijde 22).
Wipschakelaar-A
Toegang tot de Functie-3 (systeeminstel-modus)
Om naar de Functie-3 (systeem-instel modus) te komen, moet u op de volgende stappen letten:
Tegelijkertijd MODE en CH SELtoets indrukken om bij Systeem modus ingeven te komen.
Druk op de INC of DEC toets om de gewenste FN3- modus uit te kiezen (0, LN, 3P)
1. MODE en CH SEL toetsen tegelijkertijd ingedrukt houden.
2. Zender aanzetten om in de Systeem-instel modus te komen.
3. MD1 moet nu op het beeldscherm verschijnen.
4. CH SEL toets zo lang indrukken, totdat FN3 menu verschijnt.
5. INC of DEC toets zolang indrukken, tot de gewenste FN3 modus verschijnt (0, LN, 3P).
6. Om terug te keren naar de functie Modelnaam invoeren , MODE toets indrukken. Om de Systeem modus te
verlaten, óf de zender uitzetten óf
de MODE en CH SEL toetsen tegelijkertijd indrukken.
Toegang tot de Functie – modus
Om in de Functie-modus te komen, is het nodig om eerst de zender aan te zetten. Daarna drukt u op de MODE toets, totdat er een geluid
hoorbaar is. Het beeldscherm wisselt naar de eerste functie van het hier getoonde diagram. Door indrukken van de MODE toets gaat men
neerwaarts van de ene functie naar de andere, zoals te zien is op dit schema. Wanneer men de gewenste functie heeft bereikt, drukt u op de
CH SEL toets om het gewenste kanaal te bereiken (indien mogelijk). Om de waarden van de functie in te stellen, drukt u gewoon op de INC
(+) of DEC (-) toetsen, totdat de gewenste waarde bereikt is.
Model selecteren (Functie-modus)
De XR-6 heeft drie 93) modelgeheugens. Dit maakt het mogelijk, om drie verschillende modellen met één
zender te besturen, of één model met drie verschillende 'race-instellingen'.
Toegang tot functie Model selecteren
Om in de functie Model selecteren te komen, moet u op de volgende stappen letten:
MODE toets indrukken, tot MDL op de display verschijnt.
INC of DEC toets indrukken, tot het gewenste modelnummer (1, 2, of 3) verschijnt.
1. Zender aanzetten om in de Functie-modus te komen.
2. MODE toets indrukken, tot MDL op de display verschijnt.
3. INC of DEC toetsen indrukken, om het gewenste model geheugennummer uit te kiezen.
4. MODE toets indrukken om naar het menu Eindpunt-servouitslag instellen te komen.
5. MODE en CH SEL gelijktijdig indrukken of de zender uitzetten, om het uitgekozen modelgeheugen te
activeren.
Eindpunt-servouitslag instellen (Functie-modus)
Functie-3 in Lineaire modus
Functie-3 in 3-punts modus.
De toets CH SEL zo vaak indrukken, totdat FN3 menu verschijnt.
Aanduiding functie Model selecteren.
Aanduiding huidige model nummer.