– Bij de bevestigingspunten -12 en 13- bevinden zich bitumen
dempingsmatten in het interieur die op de bodemplaat vast-
zitten. De dempingsmatten moeten rondom worden losge-
maakt. Hiervoor met een schroevendraaier -A- onder een
vlakke hoek (10 tot 20°) voorzichtig bij de 6 flanken van de
bevestigingsgaten insteken, zodat de blindklinkmoeren kun-
nen worden aangebracht.
– Voor de bevestigingspunten -14 en 15- moet per voertuigzij-
de de speciale schroef (= FDS-schroef) worden vrijgemaakt
en verwijderd. De FDS-schroef bevindt zich op ca. 30 mm in
rijrichting vóór het zichtbare lasdraadeinde en is met de bo-
demplaatbescherming afgedekt (zie afbeelding ZUB-TB056).
– Voor het vrijmaken en uitdraaien worden de speciale doppen
⇒ ' Aanwijzingen met betrekking tot het aanbrengen' op blz. 2
gebruikt, en voor zover nodig een cutter en krabber.
– Aanwezige draadgaten met een boor ∅ 6 mm voorboren en
met een boor ∅ 11 mm uitboren.
– Bodemplaatbescherming van de FDS-schroef met dop
-VAS 852 007/1- verwijderen.
– In een cirkelvorm (max. ∅ 23 - 24 mm) bij de bevestigings-
punten -14 en 15- het pvc verwijderen.
– FDS-schroef met dop -VAS 852 007/2- verwijderen.
Montagehandleiding - Audi Q7 (4M) 2016 ►
5 Bodemplaat voor montage voorbereiden
Uitgave 01
15