Bedieningsinstructies
Aankoppelen aan voertuigen met
standaardbevestiging
1. Monteer de rolbezem aan de gereedschapsdrager van de
machine. Zie de handleiding van de betreffende drager.
2. Koppel de slangen voor de aandrijving van de bezem aan de snel-
koppelingen van de derde hydraulische functie of aan de aansluit-
ingen voor een hydromotor.
3. Koppel de snelkoppelingen van de hydraulische zwenkverstel-
cilinder aan de vierde hydraulische functie. Indien de rolbezem uit-
gevoerd is met een elektrisch bediend selectieventiel - sluit de kabel
ervan op de wiellader aan. Zie bladzijde 25, 31 voor het elektrische
schema.
4. Start de bezem door de bedieningshendel van de derde hydrau-
lische functie in de gearreteerde stand te zetten, of schakel het
hydromotor circuit in.
5. Controleer de draairichting van de borstel. Indien de borstel in
omgekeerde richting draait, de stand van de ventielhendel veran-
deren of de slangen aan de 3e hydraulische functie verwisselen.
Aankoppelen aan voertuigen zonder
eigen hefinrichting
1. Sluit de beide slangen van de luchtcilinder aan op een dub-
belwerkende hydraulische functie, zet de koppelpen in de
stand zoals op afbeelding 4 te zien is.
2. Til de steun op en rij het voertuig naar de machine toe.
Bevestig de rolbezem aan de drager.
3. Til de rolbezem op en verwijder de pen uit de koppelinrich-
ting. Verwijder de steunpoten.
4 Pen in koppelstand
4. Controleer de kantelhoek, de juiste hoek ontstaat wanneer
de middelste bevestiging op de rolbezem loodrecht staat.
(Controleer dit met een waterpas). De kantelhoek wordt
ingesteld met platen tussen het hek en de onderste steun, zie
afbeelding 5.
5. Sluit de snelkoppelingen van de aandrijfslangen aan op een
dubbelwerkende hydraulische uitgang of het circuit van de
hydromotor op de wagen.
6. Sluit de snelkoppelingen van de zwenkcilinder aan op een
dubbelwerkende hydraulische uitgang. (Of sluit de bedrading
aan op de wagen in die gevallen waarin de rolbezem is uit-
gerust met een elektrisch-hydraulische zwenkfunctie.)
7. Start de rolbezem door het circuit van de hydromotor te
activeren.
8. Controleer de draairichting van de rolbezem. Indien de
5. Plaat tussen hek en bevestiging
rolbezem in geblokkeerde stand de verkeerde kant op draait,
moet u de stand van de hendel of de snelkoppelingen van de
hydraulische motorfunctie wijzigen.