systeeminstellingen
KINDErSLoT INSTELLEN (BEVEILIgINgSNIVEAU)
Met deze functie kunt u voorkomen dat kinderen DVD's afspelen waarop seks of geweld voorkomt.
1.
Druk in de modus Stop op de toets MENU.
.
Druk op de cursurtoets % om naar <Setup> te gaan en druk
vervolgens op de toets ENTEr of +.
.
Druk op de cursurtoets % om naar <PArENTAL> te gaan en druk
vervolgens op de toets ENTEr of +.
4.
Druk op de cursurtoets $,% om de gewenste beveiligingsniveau te
selecteren en druk vervolgens op de toets ENTEr.
Als u niveau 6 hebt geselecteerd, kunt u geen DVD's bekijken met
~
niveau 7 of hoger.
Hoe hoger het niveau, hoe meer seks of geweld de titels bevatten.
~
.
Voer het wachtwoord in en druk vervolgens op de toets ENTEr.
Het wachtwoord is standaard ingesteld op <7890>.
~
Nadat de instelling is voltooid, gaat u terug naar het vorige scherm.
~
d Druk op de toets rETUrN om terug te gaan naar het vorige niveau.
d Druk op de toets EXIT om het instellingenscherm te verlaten.
M
`
Deze functie werkt alleen als een DVD van een beveiligingsniveau is voorzien.
HET WACHTWoorD INSTELLEN
U kunt het wachtwoord instellen voor het toegangsniveau (kinderslot).
1.
Druk in de modus Stop op de toets MENU.
.
Druk op de cursurtoets % om naar <Setup> te gaan en druk
vervolgens op de toets ENTEr of +.
.
Druk op de cursurtoets % om naar <PASSWorD> te gaan en druk
vervolgens op de toets ENTEr of +.
4.
Druk op de toets ENTEr.
.
Voer het wachtwoord in en druk vervolgens op de toets ENTEr.
Voer het oude wachtwoord en een nieuw wachtwoord in en
~
bevestig het nieuwe wachtwoord.
De instelling is voltooid.
~
M
`
Het wachtwoord is standaard ingesteld op <7890>.
Als u het wachtwoord voor het kinderslot bent vergeten, doet u het volgende:
~
Houd, terwijl de speler zich in de modus No Disc (Geen schijf) bevindt, de toets SToP (
hoofdsysteem ruim 5 seconden ingedrukt. De tekst <INITIAL> wordt weergegeven op het display en
alle standaardinstellingen worden hersteld.
Druk op de toets PoWEr.
~
Alle opgeslagen instellingen gaan verloren als u de functie rESET gebruikt. Gebruik deze functie
alleen in uiterste noodzaak.
4
MoVE
ENTEr
rETUrN
EXIT
MoVE
SELECT
rETUrN
EXIT
MoVE
ENTEr
rETUrN
EXIT
MoVE
SELECT
rETUrN
EXIT
@
) op het