●
Personal Area Network (PAN)
●
Serial Port Profile (SPP)
●
Service Discovery Application Profile (SDAP)
Bluetooth-verbinding instellen, opheffen en accepteren
U kunt een verbinding instellen tussen de HP iPAQ en een ander apparaat dat over Bluetooth-
mogelijkheden beschikt. Nadat u een Bluetooth-verbinding tot stand heeft gebracht, kunt u gegevens
uitwisselen tussen de apparaten wanneer Bluetooth is ingeschakeld op beide apparaten. De apparaten
hoeven dan niet detecteerbaar te zijn.
1.
Zorg dat de twee apparaten zijn ingeschakeld, detecteerbaar zijn en zich niet te ver van elkaar
bevinden.
2.
Tik op Start>Vandaag>iPAQ Wireless (iPAQ draadloos) > tabblad Bluetooth>Bluetooth-
verbindingen.
3.
Tik op Nieuw.
4.
Volg de instructies op het scherm.
Ga als volgt te werk om een ingestelde Bluetooth-verbinding op te heffen:
1.
Tik op Start>Vandaag>iPAQ Wireless (iPAQ draadloos) > tabblad Bluetooth>Bluetooth-
verbindingen.
2.
Houd de aanwijspen vast op de gewenste verbinding.
3.
Tik op Delete (Verwijderen).
U accepteert een Bluetooth-verbinding als volgt:
1.
Zorg dat uw HP iPAQ is ingeschakeld, detecteerbaar is en zich niet te ver van het andere apparaat
bevindt.
2.
Als wordt gevraagd of u een verbinding wilt accepteren met het apparaat dat de verbinding heeft
aangevraagd, tikt u op Ja.
3.
Als u wordt gevraagd een toegangssleutel in te voeren, voert u een alfanumerieke toegangssleutel
van minimaal 1 teken en maximaal 6 tekens in bij Toegangssleutel en tikt u op Volgende. Voer
dezelfde toegangssleutel in op het apparaat dat de verbinding heeft aangevraagd. Met een
toegangssleutel is de verbinding beter beveiligd.
Als u geen ander apparaat kunt detecteren, probeert u het volgende:
●
Controleer of Bluetooth is ingeschakeld.
●
Plaats het apparaat dichter bij het andere apparaat.
●
Controleer of het apparaat waarmee u verbinding probeert te maken, is ingeschakeld en of daartoe
toegang kan worden verkregen, zodat het door andere apparaten kan worden gedetecteerd.
NLWW
Bluetooth
19