Tijdens het gebruik worden het vetopvangreservoir en de inhoud zeer heet
en blijven ze nog enige tijd heet na het uitschakelen.
Wacht altijd tot de vetopvangbak en de inhoud ervan is afgekoeld voordat u
deze reinigt.
LET OP!
Zich ervan verzekeren dat er in het apparaat geen vocht, olie of vet kan
komen.
1. Het apparaat moet aan het einde van de werkdag grondig gereinigd worden,
indien nodig ook tussen de werkcycli door.
2. Verwijder al het vet en voedselresten van de onderste grillplaat met een
schraper en schuif deze door de afvoeropening in de vetafvoer.
3. Reinig de bovenste en onderste verwarmingsplaat aan de binnenkant met een
zachte, vochtige doek. Als het nodig is, een mild reinigingsmiddel gebruiken.
4. Veeg de grillplaten schoon met een schone doek om alle resten van het
reinigingsmiddel te verwijderen.
5. De grillplaten moeten regelmatig worden schoongeveegd met een
ontsmettingsmiddel dat geschikt is voor contact met voedingsmiddelen.
NL
6. Droog de grillplaten grondig af met een zachte doek.
7. Vet de grillplaten voorzichtig in en sluit de bovenste grillplaat.
8. Verwijder de vetopvangbak en maak deze leeg.
9. Was het vetopvangreservoir grondig met warm water, een doek of afwasborstel
en een mild afwasmiddel.
10. De vetopvangbak moet aan het einde worden geleegd.
11. Plaats de volledig droge vetopvangbak terug in het apparaat.
12. Reinig de behuizing, de bedieningshendel en de buitenkant van de bovenste
grillplaat met warm water en een zachte, vochtige doek. Gebruik in geval van
sterkere verontreinigingen een mild reinigingsmiddel.
13. Veeg gereinigde oppervlakken af met een schone doek.
14. Droog het apparaat grondig.
15. Veeg de aansluitkabel en het bedieningspaneel alleen af met een licht vochtige
doek.
20 / 22
Reiniging
370211