Afbeelding 63. De systeemkaart installeren
Afbeelding 64. De systeemkaart installeren
Stappen
1. Lijn de systeemkaart uit en plaats die op het slot op de palmsteuneenheid.
2. Plaats de drie schroeven (M2x3) terug waarmee de systeemkaart op de palmsteuneenheid wordt bevestigd.
3. Sluit de kabel van de sensorkaart aan op de connector op de systeemkaart.
4. Sluit de beeldschermkabel aan op de beeldschermkabelconnector (LCD1) op de systeemkaart.
5. Leid de beeldschermkabel door de geleiders op de systeemkaart.
6. Sluit de ventilatorkabel aan op de ventilatorkabelconnector (FAN1) op de systeemkaart.
7. Sluit de touchpadkabel aan op de connector van de touchpad (TPAD1) op de systeemkaart en sluit de vergrendeling om de kabel te
vergrendelen.
8. Sluit de kabel van de USH aan op de USH-module en sluit de vergrendeling om de kabel vast te zetten.
9. Sluit de kabel van de knoopcelbatterij aan op de bijbehorende connector (RTC1) op de systeemkaart.
10. Bevestig het zwarte klepje in de buurt van de antennekabels en bedek de kabel van de sensorkaart.
11. Plaats de beugel van de beeldschermkabel over de beeldschermkabel.
12. Plaats de twee schroeven (M2x3) terug waarmee de beugel van de beeldschermkabel aan de palmsteuneenheid wordt bevestigd.
13. Plaats de Type-C-beugel in het daarvoor bestemde slot op de palmsteuneenheid.
14. Plaats de drie schroeven (M2x4) terug waarmee de Type-C-beugel aan de palmsteuneenheid wordt bevestigd.
Vervolgstappen
1. Installeer het
binnenframe van de
eenheid.
98
FRU's (op locatie te vervangen onderdelen) verwijderen en installeren