Tabel 11. Opties van System Setup - menu Expert Key Management (Expert versleutelingsbeheer)
Geavanceerd sleutelbeheer
Aangepaste modus inschakelen
Aangepaste modus Key Management
Tabel 12. Opties van System Setup - menu Prestaties
Prestaties
Intel Hyper Threading-technologie
Intel SpeedStep
Intel TurboBoost Technology
Multi-Core Support
C-State Control inschakelen
Tabel 13. Opties van System Setup - menu Power Management (Energiebeheer)
Energiebeheer
Uit stand-by door AC
Uit stand-by door USB inschakelen
Tijd voor automatisch inschakelen
Battery Charge Configuration
Geavanceerde configuratie voor het laden
van de batterij inschakelen
90
System Setup
Hiermee kunt u in- of uitschakelen dat de beveiligingssleuteldatabases PK, KEK, db en
dbx kunnen worden aangepast.
Standaard: UIT.
Selecteert de aangepaste waarden voor Expert key Management.
Standaard: PK.
Met deze optie wordt de Intel Hyper Threading-technologie in- of uitgeschakeld
zodat processorbronnen efficiënter worden gebruikt.
Standaard: AAN.
Hiermee schakelt u de Intel SpeedStep-technologie in of uit om de
processorspanning en de core-frequentie dynamisch aan te passen en zo het
gemiddelde energieverbruik en de warmteproductie te verlagen.
Standaard: AAN.
Met deze optie wordt de Intel TurboBoost-modus van de processor in- of
uitgeschakeld. Als deze optie is ingeschakeld kan de Intel TurboBoost driver de
prestaties van de CPU of grafische processor verhogen.
Standaard: AAN.
Wijzigt het aantal CPU-cores dat beschikbaar is voor het besturingssysteem. De
standaardwaarde is ingesteld op het maximumaantal cores.
Standaardinstelling: alle cores.
Hiermee schakelt u de mogelijkheid van de CPU in of uit om standen met laag
energieverbruik te starten of stoppen.
Standaard: AAN.
Hiermee kan de computer worden ingeschakeld en naar de opstartmodus gaan
wanneer de computer is aangesloten op wisselstroom.
Standaard: UIT.
Hiermee kunt u instellen of USB-apparaten de computer uit stand-by mogen halen.
Standaard: UIT.
Hiermee wordt de computer automatisch ingeschakeld op opgegeven dagen en
tijden.
Standaard: Disabled (Uitgeschakeld). De computer zal niet automatisch opstarten.
Hiermee gebruikt de computer de batterij tijdens energieverbruiksuren. Gebruik
onderstaande opties om gebruik van wisselstroom te voorkomen op bepaalde tijden
van elke dag.
Standaard: Aangepast. Batterij-instellingen worden adaptief geoptimaliseerd
gebaseerd op uw typische batterijverbruik.
Hiermee kunt u de functie Advanced Battery Charge Configuration (Configuratie
geavanceerde batterijlading) inschakelen vanaf het begin van de dag tot een
opgegeven werktijd. Advanced Battery Charged maximaliseert de batterijstatus
tijdens intensief gebruik gedurende een werkdag.