2.3 Controles alvorens te starten
- vervolg
2. Draaifilter en turbine controleren
Draaifilter en turbine controleren. (Afbeelding 1)
Verwijder vuil voordat u begint (zie Hoofdstuk 3.1).
3. Draaifilter watersproeier controleren
3,1. Zet de FPR-schakelaar in de neutrale stand
om de handrem in te schakelen.
3,2. Draai de contactsleutel naar positie 1
ZONDER de machine te starten. (Afbeelding 2)
3,3. Start "Werkmodus" door minimaal 3
seconden op de knop Werkmodus te drukken.
(Afbeelding 3)
3,4. Controleer of er water uit de watersproeier
komt onder het filter in de trechtertank.
(Afbeelding 4)
Let op!
Gebruik de veeg-/zuigunit niet als de
watersproeier in de trechter niet werkt.
Stop de turbine onmiddellijk als er
sprake is van onbalans/trillingen in het
filter of in de turbine.
De waterpomp wordt uitgeschakeld
als de watertank minder dan 5% water
bevat.
De waterniveau-indicatie geeft aan
hoeveel water er nog over is. Een rood
symbool "H
wanneer het waterpeil lager is dan 5%.
4. Afstellen van de borstels
Goed afgestelde borstels gaan langer mee. Zorg
ervoor dat de borstels niet te hard tegen het te
reinigen oppervlak drukken (Zie Hoofdstuk 2.10).
Gebruiksaanwijzing City Ranger 3070 veeg-/zuigunit
0" wordt geactiveerd
2
Gebruiksaanwijzing
1
Draaifilter en turbine controleren
2
Contactsleutel – stand 1
3
Werkmodustoets
4
Watersproeier in de trechter
15