Transmissieoverbrengingsschakelaar instellen
Inbedrijfstelling
Voor de inbedrijfstelling van de positieregelaar is de instelling van de
transmissieoverbrengingsschakelaar bijzonder belangrijk.
Positieregelaar aansluiten
1. Sluit een passende stroom- of spanningsbron aan. De positieregelaar bevindt zich nu in de
bedrijfsmodus 'P-handmatig bedrijf'. In de bovenste regel van het display wordt de actuele
potentiometerspanning (P) in procent weergegeven, bijvoorbeeld: 'P37.5', en op de
onderste regel knippert 'NOINI':
2. Verbind de aandrijving en de positieregelaar met de pneumatische leidingen.
3. Verzorg de positieregelaar met de pneumatische hulpenergie.
Aandrijving instellen
1. Controleer de vrije loop van het mechanisme in het gehele stelbereik. Zet hiervoor de
aandrijving met de toets
2. Beweeg nu de aandrijving in de horizontale positie van de hefboom.
3. In het display verschijnt een waarde tussen 'P48.0' en "P52.0'.
4. Wanneer in het display een waarde verschijnt die buiten dit waardenbereik ligt, dan moet u
de slipkoppeling verstellen. Verstel de slipkoppeling tot er een waarden tussen 'P48.0' en
'P52.0' wordt bereikt. Hoe dichter deze waarde bij 'P50.0' ligt, des te nauwkeuriger bepaalt
de positieregelaar de slagafstand.
Voor apparatuuruitvoeringen met drukvast huis geldt:
De binnenste slipkoppeling is vastgezet. Verstel daarom uitsluitend de buitenste
slipkoppeling. Dit geldt ook bij gebruik van een interne NCS-moduls
Voor apparatuuruitvoeringen zonder drukvaste behuizing met interne NCS-module
6DR4004-5L. geldt:
De binnenste slipkoppeling is zonder functie. Verstel daarom uitsluitend het verstelwiel van
de magneethouder. Voorwaarde: Parameter 'YFCT (Pagina 47)' is ingesteld.
SIPART PS2 (6DR5...)
Beknopte bedieningshandleiding, 09/2019, A5E03436620-AE
Slag [mm]
5 ... 20
25 ... 35
40 ... 130
of
5.6 Schuifaandrijvingen in gebruik nemen
Stand van de transmissieoverbrengingsschakelaar
in de betreffende eindpositie.
In gebruik nemen
33°
90°
90°
49