Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
Gebruik een geschikte regelaar die is gecertificeerd volgens
BSEN 12864: 2001. Vraag uw LPG-gasleverancier naar geschikte
regelaars voor gasflessen. Voor het gebruik van deze grill hebt
u een in de handel verkrijgbare fles van 5 kg propaan- of
butaangas nodig.
Let op: De gasfles en gasslang hebben linkse schroefdraad!
Regelaar en slang
Deze accessoires worden bij de gasgrill geleverd. Vervan-
gende accessoires zijn verkrijgbaar bij uw verdeler of een
erkende LPG-gasleverancier. Gebruik alleen regelaars en
slangen die gecertificeerd zijn voor LP-gas bij de gespecifi-
ceerde drukwaarden. De levensduur van de regelaar is
ongeveer 2 jaar. Het wordt aanbevolen om de regelaar
binnen 2 jaar na de fabricagedatum te vervangen.
Het gebruik van een verkeerde of defecte regelaar en
gasslang is gevaarlijk. Controleer voor elk gebruik van de
gasgrill of de juiste onderdelen worden gebruikt.
De gebruikte gasslang moet voldoen aan de voorschriften en
bepalingen van het land waarin het apparaat wordt gebruikt.
De lengte van de gasslang mag maximaal 1,5 meter bedra-
gen. Versleten of beschadigde slangen moeten onmiddellijk
worden vervangen. De slang moet zonder vervorming en
knikken worden gelegd. Controleer of de gasslang niet
verstopt zit of geknikt is, of hij niet met delen van de gasgrill
in contact komt, behalve de slangaansluiting.
Het apparaat opslaan
De gasgrill mag alleen binnenshuis worden bewaard als de
gasfles is verwijderd. Als de gasgrill lange tijd niet wordt
gebruikt, moet deze worden afgedekt met een beschermhoes
en in een droge en stofvrije omgeving worden opgeslagen.
De gasfles
Bij dit apparaat wordt geen gasfles geleverd. De gasfles moet
door de eindgebruiker worden geleverd. Laat uw gasfles niet
vallen en behandel deze niet ruw of onjuist!
De gasfles moet worden losgekoppeld van de grill als deze
laatste niet wordt gebruikt. Voorzie de gasfles van zijn
beschermkap nadat de gasfles is losgekoppeld van het
apparaat. De gasfles moet buiten het apparaat worden
opgeslagen.
De opslag van gasflessen is niet toegestaan in ruimtes met
verdiepte grondslag, in trappenhuizen, doorgangen en
passages van gebouwen, noch in hun directe omgeving. De
kleppen moeten zijn voorzien van klepdoppen en borgmo-
eren. Gasflessen - zelfs lege - moeten staand worden
opgeslagen.
Gasflessen moeten rechtop en buiten bereik van kinderen
buiten worden opgeslagen.
De gasfles mag niet worden opgeslagen in ruimtes waar de
temperatuur hoger is dan 50 °C. Bewaar de gasfles niet in de
buurt van vlammen of andere ontvlambare bronnen. Rook
niet in de buurt van gasflessen!
Verbinding met het apparaat
Plaats de gasfles in de flessenhouder in de bodemplaat.
Let op! De gasfles moet in de flessendrager worden geplaatst.
Plaats deze nooit aan de andere kant van de bodemplaat.
Bewaar geen tweede gasfles in de kast. Voor het gebruik van
de gasgrill moet de gasfles in de onderkast in de flessenhouder
op de onderste plank worden geplaatst.
Voordat u de gasfles op het apparaat aansluit, moet u
controleren of er geen vuil in de koppen van de gasfles, de
regelaar of de brander zit. Er kunnen spinnen en insecten in
zitten die de brander of de venturibuis aan de opening blokkeren.
Een verstopte brander kan brand onder het apparaat veroorzaken.
Reinig geblokkeerde branderopeningen met een stabiele pijpenrager.
Let op! Draai een kant van de gasslang met de hand stevig op de
schroefdraad van de drukregelaar en draai hem vervolgens stevig
vast met behulp van een steeksleutel van 17 mm.
Let op Linkse schroefdraad! Gebruik geen extra afdichting!
Draai de nog vrije zijde van de gasslang handvast op de schroef-
draad van de klepaansluiting op het apparaat. Draai deze vervol-
gens stevig vast met behulp van een steeksleutel van 17 mm.
Let op Linkse schroefdraad! Gebruik geen extra afdichting!
Sluit de drukregelaar handvast aan op de gasflesklep.
Volg de instructies die bij de regelaar zijn geleverd.
Let op!
Controleer voor elk gebruik alle aansluitingen op gaslekken!
Voer de test altijd uit met zeepwater. Gebruik nooit een open
vlam om lekken op te sporen.
Op gaslekken controleren
• Meng 1 deel afwasmiddel met 3 delen water.Er is ongeveer 50
ml zeepwater nodig voor het uitvoeren van de test.
• Zorg ervoor dat alle temperatuurregelaars zijn ingesteld op
• Sluit de regelaar aan op de gasfles en schakel de brander in
met de linker temperatuurregelaar. Controleer of de verbindin-
gen goed zijn aangesloten.
• Draai de gastoevoer open.
• Breng zeepwater aan op de slang en alle aansluitingen. Als er
bellen verschijnen, is er een lek.
• Verhelp het lek en controleer opnieuw.
• Schakel het gas uit nadat de test is voltooid.
• Probeer een lek niet te repareren als er een lek is gevonden
dat niet kan worden gerepareerd.Neem in dit geval contact op
met een specialist.
• Gebruik het apparaat niet voordat het lek correct is gerepareerd.
Grill opstellen
Let op Beschadigingsgevaar!
Tijdens het gebruik kunnen de schroefverbindingen
geleidelijk losraken en de stabiliteit van de grill
beïnvloeden.
- Controleer voor elk gebruik of de schroeven stevig vastzitten.
Draai indien nodig alle schroeven opnieuw vast om een goede
standvastigheid te garanderen.
- Gebruik van de grill kan leiden tot vervuiling van vloer- en
wandoppervlakken, bijvoorbeeld door vetspatten. Zorg ervoor
NEDERLANDS - 7
(uit).
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
