6 Opbergen
1
Schakel de luchtzuiveraar uit en haal de stekker uit het stopcontact
2
Maak de luchtzuiveraar, de deeltjessensor en het filteroppervlak schoon (zie
het hoofdstuk 'Reiniging en onderhoud')
3
Laat alle onderdelen goed drogen voordat u ze opbergt
4
Wikkel het filter in luchtdichte plastic zakken.
5
Bewaar de luchtzuiveraar en het filter op een koele, droge plek.
6
Was uw handen altijd grondig na hantering van het filter.
7 Problemen oplossen
Dit hoofdstuk behandelt in het kort de problemen die u kunt tegenkomen tijdens
het gebruik van uw apparaat Als u er niet in slaagt het probleem op te lossen met
behulp van de onderstaande informatie, neem dan contact op met het Consumer
Care Centre in uw land
Probleem
Het apparaat werkt
niet goed
De luchtstroom
afkomstig uit de
luchtuitlaat is
aanzienlijk zwakker
dan voorheen
Mogelijke oplossing
Het waarschuwingssignaal voor filtervervanging
•
brandde continu, maar u hebt het betreffende filter
niet vervangen Nu is het apparaat vergrendeld
Vervang in dit geval het filter en raak
levensduurteller van het filter te resetten.
De buitenkant van het filter is vuil. Maak de buitenkant
•
van het filter schoon (zie het hoofdstuk 'Reiniging en
onderhoud')
en
aan om de
NL
15