4 Monteren
Transport
Druk/vacuüm
Tankmateriaal
Kabelinvoeren -
NPT-schroefdraad
Kabelwartels
12
Fig. 4: Maatregelen tegen het binnendringen van vocht
Houdt de VEGACAP 64 niet vast aan de elektrode. Vooral bij zware
flensuitvoeringen of lange staafuitvoeringen kan de sensor door het
gewicht van het instrument beschadigd raken.
Bij over- of onderdruk in de tank moet u de procesaansluiting afdich-
ten. Controleer vooraf of het afdichtingsmateriaal tegen het product
en de procestemperatuur bestendig is.
De maximaal toelaatbare druk vindt u in het hoofdstuk "Technische
gegevens" of op de typeplaat van de sensor.
Metalen silo
Let erop, dat de mechanische aansluiting van de meetsonde met de
tank elektrisch geleidend is, om voldoende massa te waarborgen.
Gebruik geleidende pakkingen zoals bijv. koper en lood. Isolerende
maatregelen, zoals bijv. het omwikkelen van het schroefdraad met
teflon band, kunnen bij metalen tanks de noodzakelijke verbinding
onderbreken. Aardt daarom de meetsonde aan de tank of gebruik
geleidend afdichtingsmateriaal.
Niet geleidende silo
Bij niet geleidende tanks, bijv. kunststoftanks, moet de tweede pool
van de condensator afzonderlijk worden gerealiseerd.
Metrisch schroefdraad
Bij instrumentbehuizingen met metrisch schroefdraad zijn de ka-
belwartels af fabriek ingeschroefd. Deze zijn met kunststof pluggen
afgesloten als transportbeveiligingen.
U moet deze pluggen verwijderen voordat de elektrische aansluitin-
gen worden gemaakt.
NPT-schroefdraad
Bij instrumentbehuizingen met zelfafdichtende NPT-schroefdraad
kunnen de kabelwartels niet af fabriek worden ingeschroefd. De vrije
openingen van de kabeldoorvoeren zijn daarom met rode stofbe-
schermdoppen afgesloten als transportbeveiliging.
De beschermdoppen moeten voor de inbedrijfname door toegela-
ten kabelwartels worden vervangen of met geschikte blindpluggen
worden afgesloten.
VEGACAP 64 • Tweedraads