• Enkele DVD-spelers beschikken over een functie waarmee geschakeld kan worden tussen de
uitvoermethoden van digitale signalen. Wanneer uw DVD-speler voorzien is van een dergelijke
functie, dient u die als volgt in te stellen.
EXPAND (UITBREIDEN) of ENHANCED (VERBETERD) -> NORMAL (NORMAAL)
• Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw DVD-speler voor meer details.
• Wanneer u overschakelt naar HDMI-invoer, kan de geprojecteerde afbeelding gedurende 1
seconde incorrecte kleuren weergeven. Dit is geen defect van het product.
Een met MHL compatibel smart-apparaat aansluiten
Gebruik een MHL-kabel als u verbinding aanbrengt tussen de projector en smart-apparaten.
De projector verbinden met een smart-apparaat:
1.
Neem een MHL-kabel en sluit die aan op de MHL-uitvoeraansluiting van het smart-apparaat.
2.
Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de HDMI/MHL-invoeraansluiting van de projector.
Het uiteindelijke pad voor de aansluiting dient eruit te zien zoals staat aangegeven in het volgende
schema:
Smart-apparaat
Als een MHL-compatibel smart-apparaat wordt aangesloten en het ingangssignaal is ingesteld op
HDMI/MHL, kunt u met enkele toesten op de projector en afstandsbediening het smart-apparaat
besturen. Zie
"Bedieningselementen en functies" op pagina 16
•
Gebruik een MHL-kabel (apart verkrijgbaar) en een MHL-HDMI conversieadapter (apart
verkrijgbaar) die voldoen aan de MHL-standaard. Als items worden gebruikt die niet hieraan
voldoen, is beeldprojectie wellicht niet mogelijk, of het aangesloten apparaat kan defect raken
of warm worden.
•
Afhankelijk van het type van het verbonden apparaat en de instellingen worden beelden
wellicht niet correct weergegeven.
•
De projector functioneert wellicht anders of niet naar behoren als de knoppen of de
afstandsbediening wordt gebruikt, afhankelijk van het verbonden apparaat.
•
Als u een MHL-HDMI conversieadapter (apart verkrijgbaar) gebruikt, kan het verbonden
apparaat niet worden bestuurd via de knoppen op de projector en de afstandsbediening.
•
Als beelden niet correct worden geprojecteerd, trekt u de MHL-kabel los en sluit u deze weer
aan.
•
De werking wordt niet voor alle verbonden apparaten gegarandeerd.
Een component-videobronapparaat aansluiten
Onderzoek uw videobronapparaat om te zien of het beschikt over een aantal ongebruikte component-
videouitgangen:
•
Wanneer dat het geval is, kunt u de volgende procedure gebruiken.
•
Anders dient u te overleggen welke methode u kunt gebruiken om het apparaat aan te sluiten.
MHL-kabel (optioneel)
voor meer details.
29