Inhoudsopgave
Advertenties
2.1.7.7 Naverwarmer regeling
Naverwarmer regeling
next
De VMC
voorziet ook in een naverwarmer regeling. Afhankelijk van de temperatuur (T3) wordt er een 0 -
voorziet ook in een naverwarmer regeling. Afhankelijk van de temperatuur (T3) wordt er een 0
voorziet ook in een naverwarmer regeling. Afhankelijk van de temperatuur (T3) wordt er een 0
10 Volt signaal uitgestuurd op connector H2, waarop
10 Volt signaal uitgestuurd op connector H2, waarop de 3-weg klep tbv de verwarmer aangesloten kan
worden . Op connector T3 moet een voeler (NTC 10
. Op connector T3 moet een voeler (NTC 10 K @ 25 ° C) aangesloten worden, welke na de
naverwarmer in het kanaal geplaatst moet worden. Om te waarborgen dat de naverwarmer niet inschakelt
naverwarmer in het kanaal geplaatst moet worden. Om te waarborgen dat de naverwarmer niet inschakelt
naverwarmer in het kanaal geplaatst moet worden. Om te waarborgen dat de naverwarmer niet inschakelt
als er gebruik gemaakt wordt van (vrije)koeling, moet het setpoint van de aanzuigtemperatuur (T2)
als er gebruik gemaakt wordt van (vrije)koeling, moet het setpoint van de aanzuigtemperatuur (T2)
als er gebruik gemaakt wordt van (vrije)koeling, moet het setpoint van de aanzuigtemperatuur (T2)
ingegeven worden.
Ook is het mogelijk om op ruimtetemperatuur te regelen. De naverwarmer wordt dan vrijgegeven op basis
Ook is het mogelijk om op ruimtetemperatuur te regelen. De naverwarmer wordt dan vrijgegeven op basis
Ook is het mogelijk om op ruimtetemperatuur te regelen. De naverwarmer wordt dan vrijgegeven op basis
van de ruimtetemperatuur T6 . Er wordt dan ingeblazen met een constante inblaastemperatuur.
In deze regeling is een beveiliging ingebouwd om te voorkom
In deze regeling is een beveiliging ingebouwd om te voorkomen dat het gebouw niet afkoelt.
Indien de Naverwarmer 100% uitgestuurd is en de inblaastemperatuur onder de 8
Indien de Naverwarmer 100% uitgestuurd is en de inblaastemperatuur onder de 8
Indien de Naverwarmer 100% uitgestuurd is en de inblaastemperatuur onder de 8 ° C komt, schakelt de
ventilatie en naverwarmer uit.
Om invriezen van een waterverwarmer te voorkomen moet er een keuze gemaakt worden tussen het
Om invriezen van een waterverwarmer te voorkomen moet er een keuze gemaakt worden tussen het type
Om invriezen van een waterverwarmer te voorkomen moet er een keuze gemaakt worden tussen het
voorverwarmer wat gebruikt wordt.
voorverwarmer wat gebruikt wordt.
Electrische naverwarmer bij vorst en 0% ventilatie
Electrische naverwarmer bij vorst en 0% ventilatie uit. Dus 0% uitsturing
Water naverwarmer bij bij vorst en 0% ventilatie
Water naverwarmer bij bij vorst en 0% ventilatie aan. Dus 100% uitsturing
Naverwarmer
Naam
Naverwarmer activeren
Verwarmer electrisch/water
Naverwarmer temperatuur setpoint (T3)
Naverwarmer temperatuur setpoint (T3)
Naverwarmer temperatuur set point (T6)
Naverwarmer buitentemp. setpoint (T2)
Naverwarmer buitentemp. setpoint (T2)
Hysterese T3
. Er wordt dan ingeblazen met een constante inblaastemperatuur.
. Er wordt dan ingeblazen met een constante inblaastemperatuur.
Standaard
waarde
0
0
12
point (T6)
20
20
1
Handleiding VMC NEXT ver 0.03.docx
Handleiding VMC NEXT ver 0.03.docx
tbv de verwarmer aangesloten kan
25 ° C) aangesloten worden, welke na de
en dat het gebouw niet afkoelt.
Minimale
Maximale
waarde
waarde
Eenheid Range
Eenheid
0
2
0
1
0
30
0
30
0
30
0
5
0=uit 1=actief T3
-
-
2=actief T6
0= electro heater
-
-
1= water heater
Setpoint
° C
° C
inblaastemperatuur
Setpoint
° C
° C
ruimtetemperatuur
Setpoint
° C
° C
buitentemperatuur
° C
° C
0-5 ° C
Pagina 17 van 32
Advertenties
Inhoudsopgave
