26
Veilig rijden
Hieronder geven wij u enkele eenvoudige tips hoe u met uw
scooter in het dagelijkse gebruik veilig en ontspannen kunt
rijden.
Uw vaardigheden en kennis van de scooter vormen de basis
voor veilig rijgedrag. Maak daarom net zolang proefritten met
uw scooter op zijstraten met weinig verkeer, tot u goed
vertrouwd bent met uw voertuig.
Rijd altijd binnen de grenzen van uw vaardigheden.
• Voordat u wegrijdt, uw helm opzetten en goed vastmaken.
• Op onverharde wegen langzaam en voorzichtig rijden.
• L et a.u.b. op: na lange ritten op natte straten zonder
te hebben geremd is de remcapaciteit aanvankelijk
verminderd. Onder deze rijomstandigheden moet
de rem regelmatig worden gebruikt.
• B ij natte wegen, onverharde wegen of wegen met glad wegdek
niet abrupt remmen.
• Altijd met beide remmen tegelijk remmen om de remwerking
te verdelen over beide wielen.
• Rijd nooit weg als de scooter nog op de standaard staat.
Om abrupt wegrijden te voorkomen, mag het achterwiel niet
draaien als het met de grond in aanraking komt.
• A ls het voertuig op zandige, modderige of door sneeuw en
strooizout vervuilde wegen wordt gebruikt, moet de remschijf
regelmatig met een neutraal schoonmaakmiddel worden
schoongemaakt om schurende deeltjes uit de gaten van de
remschijf te verwijderen, die anders voortijdige slijtage van de
remblokken tot gevolg zouden hebben.
• Bij gebruik met 2 personen adviseren wij de bandenspanning met
0,2 - 0,3 bar te verhogen.
• W ij adviseren om de banden bij minder dan 2 mm profieldiepte te
vervangen. Neem ook hier de wettelijke voorschriften in acht!