11
|
Inbedrijfstelling
11 Inbedrijfstelling
In dit hoofdstuk
11.1 Overzicht: Inbedrijfstelling
246
OPMERKING
Algemene checklist inbedrijfstelling. Naast de instructies voor inbedrijfstelling in dit
hoofdstuk, is er een algemene checklist inbedrijfstelling beschikbaar op het Daikin
Business Portal (authenticatie vereist).
De algemene checklist inbedrijfstelling vormt een aanvulling op de instructies in dit
hoofdstuk en kan worden gebruikt als richtlijn en als basis voor de rapportering
tijdens de inbedrijfstelling en bij overhandiging aan de gebruiker.
OPMERKING
Zorg ervoor dat het automatische ontluchtingsventiel in het hydraulische blok open
staat.
Alle automatisch ontluchtingsventielen moeten open blijven na de inbedrijfstelling.
INFORMATIE
Beschermende functies - "Installateur ter plaatse"-stand. De software is uitgerust
met beschermende functies, zoals vorstbescherming voor de kamer. De unit voert
deze functies automatisch uit wanneer dat nodig is.
Tijdens installatie- of servicewerkzaamheden is dit gedrag ongewenst. Daarom
kunnen de beschermende functies worden uitgeschakeld:
▪
Bij eerste keer inschakelen: de beschermende functies zijn standaard
uitgeschakeld. Na 12 uren worden ze automatisch ingeschakeld.
▪
Daarna: Een installateur kan de beschermende functies handmatig uitschakelen
door [9.G] in te stellen: Bescherming uitschakelen=Ja. Wanneer hij klaar
is, kan hij de beschermende functies inschakelen door [9.G] in te stellen:
Bescherming uitschakelen=Nee.
11.1
Overzicht: Inbedrijfstelling ..................................................................................................................................................... 246
11.2
Voorzorgsmaatregelen bij de inbedrijfstelling....................................................................................................................... 247
11.3
Checklist voor de inbedrijfstelling .......................................................................................................................................... 247
11.4
Checklist tijdens inbedrijfstelling............................................................................................................................................ 248
11.4.1
Minimum debiet..................................................................................................................................................... 248
11.4.2
De ontluchtingsfunctie........................................................................................................................................... 249
11.4.3
De werking testen .................................................................................................................................................. 251
11.4.4
Proefdraaien stelmotor.......................................................................................................................................... 252
11.4.5
De dekvloer van de vloerverwarming drogen ....................................................................................................... 253
Dit hoofdstuk beschrijft wat u moet doen en kennen om het systeem in bedrijf te
stellen nadat het werd geïnstalleerd en geconfigureerd.
EPRA14~18DAV3+W1 + ETSH/X(B)16P30+50EF
4P679467-1 – 2022.02