Busch-free@home
5.4.3
Verlaging van het aansluitvermogen
Afb. 5: Maximaal aansluitvermogen afhankelijk van de omgevingstemperatuur
[11] Deratingcurve
Aanwijzing...
De dimaktor wordt warm tijdens de werking, omdat een deel van
het aansluitvermogen als verliesvermogen in warmte wordt omge-
zet.
De aangegeven nominale vermogens zijn bedoeld voor de inbouw
van de dimaktor in een massief stenen muur. Indien de dimaktor
in een muur van gasbeton, hout of gipsplaat gemonteerd wordt,
moet het maximale aansluitvermogen met 20% worden gere-
duceerd.
Een vermindering van het aansluitvermogen is altijd noodzakelijk
wanneer meerdere dimaktoren onder elkaar worden geïnstalleerd
of andere warmtebronnen een verdere opwarming tot gevolg heb-
ben. In sterk opgewarmde ruimtes moet het maximale aansluit-
vermogen worden verminderd in overeenstemming met de dera-
tingcurve [1].
Maximaal toegestaan aansluitvermogen volgens deratingcurve
[1]: 100% = -5°C...+45°C bedrijfstemperatuur (% = nominaal ver-
mogen; °C = omgevingstemperatuur).
Technisch handboek 2273-1-8804 / 2CKA002273B8804
®
Technische gegevens
│14