Inhoudsopgave Inhoudsopgave Opmerkingen over de handleiding ..........................5 Veiligheid ..................................6 Gebruikte aanwijzing en symbolen ......................... 6 Beoogd gebruik .............................. 7 Beoogd gebruik .............................. 7 Doelgroep / personeelskwalificatie ......................... 8 Veiligheidsinstructies ............................8 Opmerkingen over milieubescherming ........................9 Opbouw en functie ..............................10 Functionele en uitrustingskenmerken ......................
Pagina 3
Inhoudsopgave 10.5 Applicatie ‘Schakelparameters'........................26 10.5.1 Inschakelen met ............................26 10.5.2 Helderheidswaarde na het ON-commando ....................26 10.5.3 Vertraging vóór het verlaten van OFF ......................27 10.5.4 Vertraging vóór intreden van OFF ....................... 28 10.5.5 Inschakelen ..............................29 10.5.6 Inschakelen — dimsnelheid bij ON-commando ................... 29 10.5.7 Inschakelen —...
Pagina 4
Inhoudsopgave 10.11.4 Sequentie 1 … 5 — kanaal 1 … 4 activeren....................46 10.11.5 Sequentie 1 … 5 — instelling na de stop van de sequentie ................ 46 10.11.6 Sequentie 1 … 5 — instelling na de stop van de sequentie — helderheidswaarde van alle kanalen ..47 10.11.7 Sequentie 1 …...
Voor schade die ontstaat door het niet in acht nemen van het handboek aanvaardt Busch- Jaeger geen aansprakelijkheid. Als u meer informatie nodig heeft of vragen heeft over het apparaat, wendt u zich tot Busch- Jaeger of bezoekt ons op internet: www.BUSCH-JAEGER.de KNX Technisch Handboek 2CKA002273B9106 │5...
Toch bestaan er restrisico's. Om gevaren te vermijden, dient u de veiligheidsinstructies te lezen en op te volgen. Voor schade die ontstaat door het niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies aanvaardt Busch-Jaeger geen aansprakelijkheid. Gebruikte aanwijzing en symbolen De volgende aanwijzingen wijzen op bijzondere gevaren in de omgang met het apparaat of...
Ieder gebruik dat niet wordt genoemd in Hoofdstuk 2.2 “Beoogd gebruik“ op pagina 7 geldt als niet beoogd en kan leiden tot letsel en materiële schade. Busch-Jaeger is niet aansprakelijk voor schade die door niet beoogd gebruik van het apparaat ontstaat. Het risico draagt uitsluitend de gebruiker / exploitant.
Veiligheid Doelgroep / personeelskwalificatie De installatie, inbedrijfname en het onderhoud van het apparaat mogen uitsluitend worden uitgevoerd door erkende elektrotechnische installateurs. De elektrotechnische installateur moet dit handboek gelezen en begrepen hebben en de instructies opvolgen. De elektrotechnische installateur moet zich houden aan de in zijn land geldende nationale voorschriften over installatie, functiecontrole, reparatie en het onderhoud van elektrische producten.
Opmerkingen over milieubescherming Opmerkingen over milieubescherming Alle verpakkingsmaterialen en apparaten zijn voorzien van coderingen en keuringszegels voor correcte en vakkundige afvalverwijdering. Verwijder het verpakkingsmateriaal en de elektrische apparatuur inclusief de componenten ervan altijd via de hiertoe bevoegde verzamelpunten of afvalbedrijven. De producten voldoen aan de wettelijke vereisten, in het bijzondere de wetgeving betreffende elektrische en elektronische apparatuur en de REACH-verordening.
Opbouw en functie Opbouw en functie Afb. 1: Productoverzicht [1] Zijdeksel ingang [2] Testknop [3] KNX-programmeertoets ingang [4] Status-led uitgang (RGBW – kanaal led) [5] Status-led (groen = OK, rood = fout) [6] Zijdeksel uitgang Het apparaat is buscompatibele led-dimmer. Het wordt gebruikt voor het besturen van led- verlichtingselementen met een spanningsbereik van 12 V tot 24 V.
Aansluiting en montage Aansluiting en montage Montageplaats Inbouw uitsluitend in droge binnenruimtes. Niet naast hittebronnen installeren. Minimale afstand van 20 cm aanhouden! Elektrische aansluiting Afb. 4: Elektrische aansluitingen INPUT Ingang 12 V … 24 V DC ‘±’ via klemmen KNX busklemmen ‘±’ RGB / RGBW / RGB + W / max.
Groepsadres(sen) toewijzen De groepsadressen worden toegewezen in combinatie met de ETS. 7.1.4 Applicatieprogramma kiezen Meer informatie krijgt u via onze internetsupport (www.BUSCH-JAEGER.de). De applicatie wordt via de ETS op het apparaat geladen. 7.1.5 Applicatieprogramma differentiëren Met de ETS kunnen verschillende functies gerealiseerd worden.
Bediening Bediening Bedieningselementen [1] Programmeertoets [2] Testknop [3] Status-led uitgang [4] Status-led programmeermodus Afb. 6: Bedieningselementen Het apparaat kan met de programmeertoets [1] via de KNX-bus in het systeem worden geadresseerd. De status-led [3] geeft de toestand aan de uitgangen aan (RGBW – kanaal-led). De status-led [4] geeft aan of de programmeermodus actief is: Groen = OK ■...
Bediening Bedrijfsstatus Gedrag bij uitval busspanning Het apparaat is inactief en kan niet worden gestuurd. De laatste bedrijfsstatus aan de uitgangen wordt opgeslagen. Gedrag bij terugkeer busspanning Het apparaat wordt geïnitialiseerd (kan enige tijd duren). Tijdens de initialisatie worden alle vier de uitgangen een voor een kort geactiveerd en daarna weer uitgeschakeld.
Onderhoud Onderhoud Reiniging Let op! – Beschadiging van apparatuur! Door het inspuiten met reinigingsmiddelen kunnen deze door de spleten in ■ het apparaat dringen. – Spuit geen reinigingsmiddelen direct op het apparaat. Door agressieve reinigingsmiddelen bestaat het gevaar dat het oppervlak ■...
Voor het programmeren van het apparaat is de actuele Engineering Tool Software (ETS 4.2 of hoger) nodig. De actuele versie en de productdatabank kunnen via de elektronische catalogus (www.busch-jaeger-catalogus.nl) worden gedownload. Het toepassing(applicatie-)programma is het basisprogramma voor het gebruik van het apparaat.
Pagina 20
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Overzicht functies Opslaan van actuele status na 5 min Ja / nee Laatste helderheid Inschakelen met Gedefinieerde helderheid Helderheidswaarde na het ON-commando 0 … 255 Vertraging vóór het verlaten van OFF 0 … 65535 10 ms Schakelparameters Vertraging vóór intreden van OFF 0 …...
Pagina 21
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Overzicht functies Scènes activeren Ja / nee Scène controle activeren Ja / nee Speciale functies Kleurcyclus activeren Ja / nee Sequentie activeren Ja / nee Knipper controle activeren Ja / nee Scène voor parameterwijziging Scène 0… scène 63 Kanaal 1 … 4 activeren Ja / nee Scèneparameters Kanaal 1 …...
Pagina 22
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Overzicht functies Alle kanalen via 1 parameter Helderheidswaarde van alle kanalen 0 … 255 Helderheidswaarde kanaal 1 … 4 0 … 255 Kanaal 1 … 4 0 … 255 Tijd in de scène 0 … 255 s Tijd voor dimmen naar volgende scène 0 …...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Algemene parameters' 10.3 Applicatie ‘Algemene parameters' 10.3.1 KNX led-dimmer die moet worden geprogrammeerd Opties: Alleen indicatie Indicatie van de naam van de led-dimmer die wordt geprogrammeerd. 10.3.2 Aantal kanalen Opties: Instelmogelijkheid van 1 … 4 Instelling aantal kanalen en beschikbare communicatieobjecten. De kanaaltoewijzing wordt in de ETS weergegeven: ‘Uitgang (1 …...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Statusparameters' 10.3.5 Dimmen Opties: Lineair Vierkant Logaritmisch Met het selecteren van een dimcurve kan het helderheidsverloop aan het menselijke oog worden aangepast. Afb. 8: Vergelijking dimcurve [A] Lichtsterkte in procent (%) [B] 8 bit dimwaarde [1] Lineair [2] Vierkant [3] Logaritmisch 10.4 Applicatie ‘Statusparameters'...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Statusparameters' 10.4.2 Melding helderheidswaarde Opties: Met de parameter wordt vastgelegd of het extra object voor de terugmelding van de helderheidswaarde voor alle uitgangen wordt geactiveerd. Als een externe display aangesloten is, kan de terugmelding gebruikt worden om de helderheidswaarde op het display weer te geven.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Schakelparameters' 10.5 Applicatie ‘Schakelparameters' 10.5.1 Inschakelen met Opties: Laatste helderheid Gedefinieerde helderheid Met de parameter wordt vastgelegd welke helderheidswaarde na het ON-commando wordt ingesteld. – Laatste helderheid: de helderheid voor het OFF-commando wordt ingesteld. – Gedefinieerde helderheid: de helderheid die met de parameter ‘Helderheid na het ON- commando' is gekozen wordt ingesteld.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Schakelparameters' 10.5.3 Vertraging vóór het verlaten van OFF Opties: Instelmogelijkheid van 0 … 65535 10 ms Met de parameter wordt de inschakelvertraging ingesteld. – 0: Geen inschakelvertraging. Gewenste waarde wordt meteen bereikt. De vertragingstijd kan in stappen van 10 milliseconden (ms) worden ingesteld. Instelhulp: Waarde Milliseconden...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Schakelparameters' 10.5.4 Vertraging vóór intreden van OFF Opties: Instelmogelijkheid van 0 … 65535 10 ms Met de parameter wordt de uitschakelvertraging ingesteld. – 0: Geen uitschakelvertraging. Gewenste waarde wordt meteen bereikt. De vertragingstijd kan in stappen van 10 milliseconden (ms) worden ingesteld. Instelhulp: Waarde Milliseconden...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Schakelparameters' 10.5.5 Inschakelen Opties: door dimmen door sprong Met de parameter wordt vastgelegd of de KNX-led-dimmer bij het ON-commando naar de gewenste waarde springt of dimt. Als de parameter op ‘door dimmen’ ingesteld is, kunnen de parameters‘dimsnelheid bij ON- commando' en ‘dimsnelheid bij OFF-commando’...
Pagina 30
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Schakelparameters' Afb. 11: Dimsnelheid bij ON-commando [A] Signaalniveau aan uitgang [B] Tijd (t) [1] Gewenste waarde [2] ON-signaal [3] Dimtijd [4] DIMMEN KNX Technisch Handboek 2CKA002273B9106 │30...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Schakelparameters' 10.5.7 Inschakelen — dimsnelheid bij OFF-commando Opties: Instelmogelijkheid van 1 … 65535 s (ca. 18,2 h) Met de parameter wordt de dimtijd tot het uitschakelen ingesteld. Opmerking De parameter is alleen instelbaar als de parameter ‘Inschakelen met’ op ‘door dimmen’...
Pagina 32
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Schakelparameters' Afb. 12: Dimsnelheid:bij OFF-commando [A] Signaalniveau aan uitgang [B] Tijd (t) [1] Gewenste waarde [2] OFF-signaal [3] Dimtijd [4] DIMMEN KNX Technisch Handboek 2CKA002273B9106 │32...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Schakelparameters' 10.5.8 Inschakelen met vertraging en dimmen De beide functies ‘Vertraging vóór het verlaten van OFF’ en ‘dimsnelheid bij ON-commando’ kunnen met elkaar worden gecombineerd. Afb. 13: Vertraging bij inschakelen en dimmen naar gewenste waarde [A] Signaalniveau aan uitgang [B] Tijd (t) [1] Gewenste waarde [2] ON-signaal...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Dimparameters' 10.5.9 Uitschakelen met vertraging en dimmen De beide functies ‘Vertraging vóór het intreden van OFF’ en ‘dimsnelheid bij OFF-commando’ kunnen met elkaar worden gecombineerd. Afb. 14: Dimmen en vertraging bij uitschakelen [A] Signaalniveau aan uitgang [B] Tijd (t) [1] Gewenste waarde [2] OFF-signaal [3] Dimtijd...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Dimparameters' 10.6.2 Dimmodus selectie voor absolute waarde — dimsnelheid absoluut via Opties: Parameter via BUS Parameter via ETS De dimsnelheid kan ofwel via de bus met het communicatieobject ‘25: dimsnelheid’ of direct in de ETS worden ingesteld. Opmerking De parameter is alleen instelbaar als de parameter ‘dimmodus selectie voor absolute waarde’...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Busspanningsuitval/-terugkeer parameters’ 10.6.4 Dimsnelheid relatief via Opties: Parameter via BUS Parameter via ETS De dimsnelheid kan ofwel via de bus met het communicatieobject ‘26: dimsnelheid’ of direct in de ETS worden ingesteld. 10.6.5 Dimsnelheid relatief Opties: Instelmogelijkheid van 1 … 65535 s Met de parameter wordt de dimtijd voor het relatieve dimmen ingesteld.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Busspanningsuitval/-terugkeer parameters’ 10.7.2 Busspanningsterugkeer waarde selectie Opties: Laatste ingestelde kleur Alle kanalen 100 % Alle kanalen 0 % Alle kanalen via 1 parameter Parameter per kanaal Met de parameter wordt het gedrag bij busspanningsterugkeer ingesteld. – Laatste ingestelde kleur: voor ieder kanaal wordt de als laatste ingestelde kleur ingesteld. –...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Busspanningsuitval/-terugkeer parameters’ 10.7.5 Busspanningsuitval waarde selectie Opties: Laatste ingestelde kleur Alle kanalen 100 % Alle kanalen 0 % Alle kanalen via 1 parameter Parameter per kanaal Met de parameter wordt het gedrag bij busspanningsuitval ingesteld. – Laatste ingestelde kleur: voor ieder kanaal wordt de als laatste ingestelde kleur ingesteld. –...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Scène controle’ 10.9 Applicatie ‘Scène controle’ In de applicatie ‘Scène controle’ worden de scènes individueel weergegeven en ingesteld. In de applicatie ‘Scène controle van alle parameters’ staan alle 64 scènes met hun parameters onder elkaar. Voor ieder kanaal van een scène kan een helderheidswaarde/kleurwaarde ingevoerd worden. Instelhulp: Kanaal Benaming...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Scène controle’ 10.9.1 Scène voor parameterwijziging Opties: Scène 0… scène 63 Met de parameter wordt de scène geselecteerd die met de parameter ‘Kanaal 1 … 4 activeren’ ingesteld wordt. 10.9.2 Kanaal 1 … 4 activeren Opties: Met de parameter wordt het kanaal in de geselecteerde scène geactiveerd. Als een kanaal gedeactiveerd is en de bijbehorende scène opgeroepen wordt, wordt de actuele waarde van het gedeactiveerde kanaal niet gewijzigd.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Kleurcyclus controle’ 10.10 Applicatie ‘Kleurcyclus controle’ In de applicatie ‘Kleurcyclus controle’ wordt het gedrag van de kleurcyclus ingesteld. Afhankelijk van het aantal kanalen wordt een ander menu weergegeven. – Als vier kanalen worden gebruikt, kan het gefdag van de kleurcyclus worden ingesteld. –...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Kleurcyclus controle’ 10.10.2 Functie RGBW-kleurcyclus Opties: Kleurcyclus RGB Kleurcyclus RGBW Kleurcyclus RGB+W Kleurcyclus White Emotion Met de parameter wordt ingesteld hoe de kleurcyclus bij vier kanalen moet werken. Opmerking De parameter is alleen instelbaar als de parameter ‘Aantal kanalen’ op ‘4’ en de parameter ‘Kleurcyclus dimsnelheid via”...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Kleurcyclus controle’ 10.10.7 Instelling na kleurcyclus-stop Opties: Actuele kleur Laatste ingestelde kleur Alle kanalen 0 % Alle kanalen 100 % Alle kanalen via 1 parameter Parameter per kanaal Met de parameter wordt het gedrag bij het stoppen van de kleurcyclus ingesteld. –...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Sequentieparameters' 10.11 Applicatie ‘Sequentieparameters' In de applicatie ‘Sequentieparameters’ kunt u tot 5 sequenties activeren. Sequenties zijn kleurcycli die individueel kunnen worden samengesteld. Iedere sequentie bestaat uit 2 tot 16 scènes. In de scènes worden de actieve kanalen ingesteld. U kunt de kleur en het volgorde van de individuele kleuren in de sequenties instellen.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Sequentieparameters' 10.11.2 Sequentie 1 … 5 activeren Opties: – Ja: het menu ‘Sequentie 1 … 5’ wordt geactiveerd. 10.11.3 Sequentie 1 … 5 — aantal scènes in sequentie 1 … 5 Opties: 2 … 16 scènes Met de parameter kunnen per sequentie 2 tot 16 scènes worden ingesteld. 10.11.4 Sequentie 1 …...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Sequentieparameters' 10.11.6 Sequentie 1 … 5 — instelling na de stop van de sequentie — helderheidswaarde van alle kanalen Opties: Instelmogelijkheid van 0 … 255 Met de parameter wordt ingesteld welke gewenste waarde na het stoppen van de sequentie op alle kanalen wordt ingesteld.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Sequentieparameters' 10.11.8 Sequentie 1 … 5 — scène 0 … 15 — kanaal 1 … 4 Opties: Instelmogelijkheid van 0 … 255 Met de parameter worden de helderheidswaarden van de individuele kanalen in de bijbehorende scènes ingesteld. Instelhulp: Kanaal Benaming Kleur...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Sequentieparameters' 10.11.9 Sequentie 1 … 5 — scène 0 … 15 — tijd in de scène Opties: Instelmogelijkheid van 0 … 255 s Met de parameter wordt de verblijfsduur in de scène ingesteld. – 0: er wordt meteen naar de volgende scène gesprongen of gedimd, zie ‘Tijd voor dimmen naar volgende scène’.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Knipper controle parameters’ 10.12 Applicatie ‘Knipper controle parameters’ In de applicatie ‘Knipper controle parameters’ kunt u het gedrag bij het knipperen instellen. De tijd voor de eerste en de tweede kleur en het aantal keren knipperen kan worden ingesteld. Als in de applicatie ‘Statusparameters’...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Knipper controle parameters’ 10.12.6 2e kleur kanaal 1 … 4 Opties: Instelmogelijkheid van 0 … 255 Met de parameter wordt de 2e kleur voor het knipperen ingesteld. Opmerking De parameter is alleen instelbaar als de parameter ‘2e kleur via’ op ‘Voorkeurskleur’...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Knipper controle parameters’ 10.12.9 Instelling na knipper – helderheidswaarde kanaal 1 … 4 Opties: Instelmogelijkheid van 0 … 255 Met de parameter wordt ingesteld welke gewenste waarde na het stoppen van het knipperen op ieder individueel kanaal wordt ingesteld. Opmerking De parameter is alleen instelbaar als de parameter ‘Instelling na knipperen’...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten 10.13.4 Status — info ON/OFF (IOO) Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype (DTP) Channel 1 info On/Off Channel 2 info On/Off Channel 3 info On/Off Uitgang 1.001 switch Channel 4 info On/Off Led driver info ON/OFF Via het object wordt voor de kanalen 1 … 4 de schakeltoestand van de aktor gemeld. –...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten 10.13.8 Controle gewenste waarde — Value RGB Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype (DTP) RGB dimming absolute Ingang 232.600 Colour_RGB Met het object worden de helderheidswaarden van de RGB-kanalen absoluut ingesteld. – 1e byte, kanaal 1 (R): instelmogelijkheid van 0 … 255. –...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten 10.13.13 Sequentiecontrole — start/stop sequentie Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype (DTP) Sequence 1 Control Sequence 2 Control Sequence 3 Control Ingang 1.010 Start Sequence 4 Control Sequence 5 Control Met het object wordt de sequentie gestart of gestopt. – 1 = start –...
Index Index Communicatieobjecten............53 Aansluiting en montage ............14 Activeren Dimcurve ................24 kanalen ................23 Dimmen ................24 knipper controle .............. 39 Dimmodus selectie ...............34 scène controle ..............39 Dimparameters..............20 Activeren; Dimsnelheid sequenties ..............39 absoluut via ..............35 Algemene parameters ............19 bij OFF-commando ............31 Apparaatoverzicht ..............
Pagina 59
Index instelling na knipper ............51 kanaal instellen ...............41 knipper OFF-tijd .............. 50 selecteren................41 knipper ON-tijd ..............50 verblijfsduur ..............49 Knipperparameters .............. 22 Scène controle van alle parameters........41 Scèneparameters ..............21 Activeren ................39 Lengte kleurcyclus Schakelparameters ..............20 RGB ................43 Sequentie RGBW en RGB+W ............
Pagina 60
Een onderneming van de ABB- Aanwijzing groep Wij behouden ons te allen tijde het recht voor technische wijzigingen en Busch-Jaeger Elektro GmbH wijzigingen van de inhoud van dit Postbus document aan te brengen zonder 6710 BC Ede voorafgaande melding. Bij bestellingen gelden de...