!
WAARSCHUWING!
Het apparaat installeren
Plaats het apparaat op de gewenste plek. De rug van het apparaat moet tegen de muur staan,
de zijkanten tegen de aangrenzende kasten of muren. De afwasmachine is uitgerust met slangen voor de watertoevoer en
-afvoer, die zowel links als rechts aangebracht kunnen worden om de installatie te vergemakkelijken.
Overtollig water uit slangen afvoeren
Als de gootsteen zich op 1000 mm of meer boven de vloer bevindt, kan het overtollige water in de slangen niet direct
in de gootsteen worden afgevoerd. U moet dit overtollige water uit de slangen dan opvangen in een kom of geschikte
bak die zich buiten en lager dan de gootsteen bevindt.
Waterafvoer
Sluit de waterafvoerslang aan. De afvoerslang moet correct worden aangesloten, om waterlekkage te voorkomen.
Zorg dat de watertoevoerslang niet wordt geknikt of platgedrukt.
Verlengslang
Als u een verlengstuk voor uw afvoerslang nodig hebt, moet u een soortgelijke afvoerslang gebruiken.
Deze mag niet langer zijn dan 4 meter, anders reinigt de afwasmachine mogelijk minder goed.
Aansluiting op de sifon
Steek de flexibele afvoerslang in een afvoerbuis met een diameter van minstens 40 mm of laat deze leeglopen in de gootsteen.
Zorg ervoor dat de slang daarbij niet teveel wordt afgekneld of gebogen. De bovenkant van de slang moet zich lager dan 1000 mm
bevinden.
Afwasmachine starten
Het volgende moet worden gecontroleerd voordat u de afwasmachine inschakelt:
1
De afwasmachine staat waterpas en is correct gemonteerd
2
De inlaatklep is open
3
De aansluitingen van de toevoerslang zijn volledig aangedraaid en lekken niet
4
De draden zijn stevig vastgemaakt
5
De stroom is ingeschakeld
6
De toe- en afvoerslangen zijn vastgeknoopt
7
Alle verpakkingsmateriaal en drukwerk moet uit de afwasmachine zijn gehaald
Let op:
Bewaar deze handleiding na de installatie.
De inhoud van deze handleiding is zeer nuttig voor de gebruikers.
Draai de kraan dicht na gebruik.
23