6. TIPS EN ADVIES
6.1 Tips voor energiebesparing
• Vriezer: De interne configuratie van het
apparaat zorgt voor het meest efficiënte
energiegebruik.
• Koelkast: Het meest efficiënte
energiegebruik is verzekerd in de
configuratie waarbij de lades zich in het
onderste deel van het apparaat bevinden
en de rekken gelijkmatig verdeeld zijn. De
positie van de deurbakken heeft geen
invloed op het energieverbruik.
• Open de deur niet te vaak of laat deze niet
langer open staan dan noodzakelijk.
• Vriezer: Hoe kouder de
temperatuurinstelling, hoe hoger het
energieverbruik.
• Koelkast: Stel de temperatuur niet te hoog
in om energie te besparen, tenzij dit nodig
is vanwege het soort voedsel.
• Als de omgevingstemperatuur hoog is, de
temperatuurregeling op een lage
temperatuur staat en het apparaat volledig
gevuld is, kan de compressor continu
aanstaan waardoor er ijs op de verdamper
ontstaat. Stel in dit geval de
temperatuurregeling in op een hogere
temperatuur, om automatisch ontdooien
mogelijk te maken en zo energie te
besparen.
• Zorg voor een goede ventilatie. Dek de
ventilatieroosters of -gaten niet af.
6.2 Tips voor het invriezen
• Activeer de Super Freeze-functie ten
minste 24 uur voordat u het voedsel in het
vriesvak legt.
• Vóór het invriezen verpakken en
verzegelen van vers voedsel in:
aluminiumfolie, plastic folie of zakken,
luchtdichte containers met deksel.
• Verdeel voor efficiënter invriezen en
ontdooien het voedsel in kleine porties.
• Het wordt aanbevolen om etiketten en
datums op al uw diepvriesproducten te
plakken. Dit zal helpen voedingsmiddelen
te identificeren en te weten wanneer ze
moeten worden gebruikt voordat ze
bederven.
14
NEDERLANDS
• Het voedsel moet vers zijn wanneer het
wordt ingevroren om een goede kwaliteit
te behouden. Vooral groenten en fruit
moeten na de oogst worden ingevroren
om al hun voedingsstoffen te behouden.
• Flessen of blikken met vloeistoffen niet
invriezen, in het bijzonder dranken die
kooldioxide bevatten - ze kunnen
exploderen tijdens het invriezen.
• Plaats geen warm voedsel in het koelvak.
Koel het af bij kamertemperatuur voordat
u het in het vak plaatst.
• Om te voorkomen dat de temperatuur van
al ingevroren voedsel toeneemt, dient u
vers voedsel hier niet direct naast te
plaatsen. Plaats voedsel op
kamertemperatuur in het deel van het
vriesvak waar geen bevroren voedsel is.
• IJsblokjes, ingevroren water of waterijsjes
niet meteen nadat ze uit de vriezer zijn
gehaald opeten. Gevaar voor bevriezing.
• Ontdooid voedsel niet opnieuw invriezen.
Als het voedsel ontdooid is, kook het dan,
koel het af en vries het dan in.
6.3 Tips voor het bewaren van
ingevroren voedsel
• Het vriesvak is het vak gemarkeerd met
.
• De middelhoge temperatuurinstelling zorgt
voor een goede conservering van
ingevroren voedsel.
Een hogere temperatuurinstelling in het
apparaat kan leiden tot een kortere
houdbaarheid.
• Het hele vriesvak is geschikt voor de
opslag van diepvriesproducten.
• Laat voldoende ruimte rond het voedsel
om de lucht vrij te laten circuleren.
• Raadpleeg voor adequate opslag het
etiket van de voedselverpakking om de
houdbaarheid van voedsel te bekijken.
• Het is belangrijk om het voedsel zodanig
in te pakken dat er geen water, vocht of
condens bij kan komen.
6.4 Winkeltips
Na het boodschappen doen: