Bereik van de
Systole
bloeddruk-
(in mmHg)
waarden
Niveau 1:
licht
verhoogde
140-159
bloeddruk
Hoog normaal
130-139
Normaal
120-129
Optimaal
<120
Bron: WHO, 1999
6. Meetwaarden laden en wissen
Gebruikersgeheugens
De resultaten van iedere succesvolle meting worden samen met
de datum en de tijd opgeslagen. Bij meer dan 60 meetgegevens
gaan iedere keer de oudste meetgegevens verloren.
• Om de geheugenlaadmodus te openen, selecteert u met de
geheugentoets M1 of M2 het gewenste gebruikersgeheugen
(
).
– Als u de meetgegevens voor gebruikersgeheugen
kijken, drukt u op de geheugentoets
M1.
– Als u de meetgegevens voor gebrui-
kersgeheugen
wilt bekijken, drukt u
op de geheugentoets M2.
Op de display wordt uw laatste meting
weergegeven.
Diastole
Maatregel
(in mmHg)
regelmatige con-
90-99
trole door een arts
regelmatige con-
85-89
trole door een arts
80-84
zelfcontrole
<80
zelfcontrole
wilt be-
Gemiddelde waarden
• Druk op de betreffende geheugentoets (M1 of M2).
Als u gebruikersgeheugen 1 hebt geselecteerd, moet ge-
heugentoets M1 worden gebruikt. Als u gebruikersgeheu-
gen 2 hebt geselecteerd, moet geheugentoets M2 worden
gebruikt.
Op de display knippert A.
De gemiddelde waarde van alle in dit ge-
bruikersgeheugen opgeslagen meetwaar-
den wordt weergegeven.
• Druk op de betreffende geheugentoets
(M1 of M2).
Op de display knippert AM.
De gemiddelde waarde van de och-
tendmetingen van de laatste 7 dagen
wordt weergegeven (ochtend: 5.00 uur
– 9.00 uur).
• Druk op de betreffende geheugentoets
(M1 of M2).
Op de display knippert PM.
De gemiddelde waarde van de avondme-
tingen van de laatste 7 dagen wordt weer-
gegeven (avond: 18.00 uur – 20.00 uur).
10