Onderhoud van koelsysteem
BELANGRIJK
Om de juiste bedrijfstemperatuur van de motor te handhaven, dient koellucht onbelemmerd door de cilindervinnen te kunnen
bewegen. Deze luchtstroom voert de verbrandingswarmte weg van de motor.
Oververhitting en een vastgelopen motor kunnen optreden als:
de luchtinlaten zijn geblokkeerd, waardoor er geen koellucht bij de cilinder komt,
of
stof en gras zich ophopen aan de buitenkant van de cilinder. Dit vormt een isolerende laag op de motor en verhindert afvoer
van de warmte.
Het verwijderen van blokkades in de koeling of het reinigen van de cilindervinnen wordt "normaal onderhoud" genoemd. Storin-
gen als gevolg van het niet onderhouden vallen niet onder de garantie.
Onderhoud en verzorging
2.
Sluit het opwarmen af door de motor gedurende 5 minuten
op volgas te laten lopen en de choke tweemaal te bedienen
om de lucht uit de carburateurkamers te verdrijven.
3.
Controleer het stationaire toerental en stel dit zonodig op-
nieuw in. Indien er een tachometer beschikbaar is, moet de
schroef voor het stationaire toerental ingesteld worden vol-
gens de specificaties op pagina 30"Specificaties"van deze
handleiding. Draai de schroef voor het stationaire toerental
rechtsom om het toerental te verhogen, linksom om het toe-
rental te verlagen.
Benodigd gereedschap: Torx-L-sleutel T27, reinigingsborstel
Benodigde onderdelen: Geen als u voorzichtig bent.
Reinigen van het rooster
1.
Verwijder opgehoopt vuil uit het inlaatrooster bij de starter-
behuizing boven de brandstoftank.
BELANGRIJK
Draai de bougie niet te stevig vast om te vermijden dat de mon-
tagegaten worden dolgedraaid.
Reinigen van de cilinderkoelribben
1.
Maak de bougiekabel los van de bougie.
2.
Verwijder de bougie.
3.
Verwijder de afdekking van de motor - 6 schroeven.
4.
Plaats de bougie los om vuil buiten de cilinder te houden.
5.
Maak de koelribben van de cilinder schoon, zodat de koel-
lucht er ongehinderd langs kan stromen.
6.
Monteer de onderdelen in de omgekeerde volgorde.
25