Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

B - Algemene Veiligheidsinstructies; Elektrische Veiligheid - Lincoln Electric EM61000165 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

8695 8010 / B

B - ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES

ELEKTRISCHE VEILIGHEID

Aansluiting op het net
Vóór u uw toestel aansluit op het net, controleert u of:
— De meter, de beschermingsinrichting tegen overspanning en de elektrische installatie compatibel zijn met het
maximale vermogen en de netspanning.
— Het toestel eenfasig of driefasig met aarding kan worden aangesloten op een sokkel die compatibel is met de
stekker van de verbindingskabel ervan (voor mobiele toestellen).
— Indien de kabel is aangesloten op een vaste werkpost, mag de aarding, indien deze voorzien is, nooit worden
uitgeschakeld door de beveiligingsinrichting tegen elektrische schokken.
— Indien de schakelaar voorzien is, moet die op « UIT » staan.
Werkpost
Booglassen en boogsnijden veronderstellen een strikte naleving van alle veiligheidsregels betreffende elektriciteit
(Besluit van 14.12.88).
Interventies
Vóór interne controles en herstellingen controleert u of het toestel niet is aangesloten op de elektrische installatie
door consignatie en blokkering:
— Het onopzettelijk aansluiten van de kabel van een vaste installatie wordt onmogelijk gemaakt
— Het onderbreken door middel van een vaste aansluitinrichting is omnipolair (fase en neutraal). Het bevindt zich
op de stand « UIT » en kan niet onopzettelijk in werking gesteld worden.
Bepaalde toestellen zijn uitgerust met een boogvormingscircuit HT/HF (aangeduid met een plaatje). U mag nooit
binnen die kast werken.
Interventies uitgevoerd op de elektrische installaties moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerde personen om
deze uit te voeren (Decreet 88-1056 van 14/11/88 Sectie VI, Art 46).
Onderhoud
U dient regelmatig te controleren of de isolatie en aansluitingen van de elektrische toestellen en toebehoren, zoals
stekkers, soepele kabels, connectoren, verlengstukken, nog in orde zijn.
Herstellingen aan of onderhoud van de isolerende omhullingen en mantels moeten heel nauwkeurig gebeuren
(Sectie VI, Art. 47 Decreet 88-1056 van 14/11/88).
— Laat defecte stukken door een specialist herstellen, of laat ze vervangen.
— Controleer regelmatig of de elektrische verbindingen goed zijn aangesloten en proper zijn.
Ventilatoren die geplaatst zijn in een circuit waar de lucht vervuild is met stof, moeten regelmatig gereinigd worden.
De turbine geraakt namelijk gevuld en raakt uit evenwicht, met als gevolg een verhoging van het geluidsniveau en
een vroegtijdige slijtage van de lagers. Het onderhoud dient ten minste elke 6 maanden te gebeuren afhankelijk
van het type te behandelen stof.
De ventilator is het essentiële element van uw afzuiginstallatie.
Een slechte werking of een slecht onderhoud brengt de veiligheid van de werkpost in gevaar. Zorg er dus voor dat
de ventilator in perfecte staat wordt gehouden.
Uw installatie is gekozen met het oog op een specifieke toepassing. De turbine wordt gekenmerkt door een
werkingspunt met afzuigdebiet (luchtsnelheid in de kanalen), verliezen van lading.
In overeenstemming met de regelgeving van de CARSAT en het INRS is een periodieke controle van de installatie
noodzakelijk om te controleren dat deze conform de referentiewaarden blijft.
AFZUIGTAFEL
-2

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Em61000166

Inhoudsopgave