De koplampen en
standlichten gebruiken
•
Om de dimlichten te doen branden, laat u de motor
lopen en draait u de lichtschakelaar linksom op
het bedieningspaneel.
•
Om de grootlichten te doen branden, laat u de
motor lopen en draait u de lichtschakelaar twee
keer linksom op het bedieningspaneel.
•
Om de verlichting uit te schakelen, draait u de
lichtschakelaar een of twee keer rechtsom op het
bedieningspaneel.
De gevarenverlichting
gebruiken
Druk op de bovenkant van de schakelaar voor de
gevarenverlichting om alle richtingaanwijzers tegelijk
te laten knipperen.
Opmerking:
Hiervoor hoeft de contactschakelaar
niet op L
te staan.
OPEN
Het zwaailicht gebruiken
Om het zwaailicht in te schakelen, drukt u op de
bovenkant van de zwaailichtschakelaar.
Onderhoud
•
Vervang alle versleten of beschadigde onderdelen
met originele Toro onderdelen.
•
Controleer regelmatig of alle lichten werken.
•
Zorg ervoor dat de koplampen juist zijn afgesteld.
•
Maak de lichten dagelijks schoon.
24