Bedrijfsmodi
E 2014 Nordson Corporation
Presetmodus
De presetmodus wordt gebruikt om te wisselen tussen presets, dit zijn sets
van voorgeprogrammeerde spuitparameters. Er kunnen maximaal 10 presets
worden geprogrammeerd en opgeslagen in de MGI.
De presetmodus functioneert als volgt:
1. De externe besturing zendt eerst een digitaal signaal overeenkomstig het
gewenste presetnummer (1-10) naar de gateway.
2. Zodra het tijd wordt om naar de nieuwe preset over te schakelen, zendt
de externe besturing een pistool strobe-signaal naar de gateway.
3. De gateway leest het presetnummersignaal uit, zet dit om in een
CAN-bericht en stuurt dit door naar de Prodigy MGI.
4. De MGI stuurt nu het spuitpistool en de pomp aan en hanteert daarbij de
parameters van de nieuwe preset.
Analoge modus
De analoge modus wordt gebruikt voor een rechtstreekse regeling van de
spuitparameters voor Preset 1. In de analoge modus zendt de externe
besturing signalen naar de gateway voor aansturing van:
S
Poederflow (0-10 Vdc)
S
Luchtflowpatroon (0-10 VDC)
S
Stuwluchtcompensatie: (4-20 mA)
S
Elektrostatica (0-10 Vdc)
In de analoge modus gebruikt de MGI alleen Preset 1 voor de besturing van
pomp en spuitpistool. De spuitparameters voor Preset 1 worden zo nodig
gewijzigd door de externe besturing.
De analoge modus functioneert als volgt:
1. De externe besturing zendt de gewenste analoge signalen naar de
gateway.
2. Zodra de signalen stabiel zijn, zendt de externe besturing een pistool
strobe-signaal naar de gateway.
3. De gateway leest de analoge signalen vervolgens uit via zijn ingangen,
zet deze om in CAN-berichten en stuurt deze door naar de MGI.
4. De MGI wijzigt de spuitparameters voor preset 1. Het pistool en de pomp
hanteren nu de nieuwe parameters.
r
Prodigy
PLC Gateway
P/N 7593417_02
5