Elektrische voeding en zekeringen
Instellingen voor jumpers en schakelaars op gateway-printplaat
E 2014 Nordson Corporation
Zie het bedradingsschema voor de gateway-aansluitkast op pagina 20.
Voor de gateway is een stroombron vereist van 85-230 Vac, 50-60 Hz,
éénfasig, 21 VA ingangsvermogen.
Leid de wisselstroombedrading via een uitbreekbare doorvoer door in de
kast en sluit deze aan op de L1, L2 en GND aansluitklemmen op het
aansluitblok, zoals getoond in de volgende bedradingsschema's.
Breng een vloeistofdichte kabelafdichting of kabelconnector aan in de
doorvoer. De kast moet stofdicht zijn.
Zie afbeelding 3.
Open de Prodigy PLC gateway aansluitkast, zoek de aanduidingen JP11, 12
en 13 aan de rechterzijde van de printplaat en breng als volgt jumpers aan
voor uw toepassing:
JP11 - Gebruiksmodus
Preset-modus: Open (geen jumper) (fabrieksinstelling)
Analoge modus: Verbind pennen 1 en 2 door
JP12 - Aantal pistolen
1 pistool: Open (geen jumper) (fabrieksinstelling)
2 pistolen: Verbind pennen 1 en 2 door
JP13 - Type systeem
Standaard handbediend pistoolsysteem: Open (geen jumper)
(fabrieksinstelling)
Color‐on‐Demand systeem: Verbind pennen 1 en 2 door
OPMERKING: Printplaten voor vervanging zijn op de fabriek voorzien van
jumpers en geprogrammeerd voor de Prodigy PLC Gateway toepassing. Het
volgende schema toont de standaard jumperinstellingen voor de printplaat.
Alleen de jumpers JP11, JP12 en JP13 mogen worden gewijzigd voor
configuratie van de printplaat voor de toepassing.
SW4‐4 - Patroonluchtbereik
Open: 0,20-2,0 SCFM (0,34-3,4 SCMH)
Afgesloten: 0,20-4,0 SCFM (0,34-6,8 SCMH) (Vereist 4,0 SCFM
koppelstukboring.)
Connectors P4 en P6
P4 en P6 hebben beide 18 aansluitpunten verdeeld in 2 secties, A en B.
Sectie A is een aansluitklem met 12 posities en sectie B is een aansluitklem
met 6 posities. Zie afbeelding 3.
Voorbeeld: P4-13 is gemarkeerd als P4B-1 op de besturingskaart van de
gateway.
r
Prodigy
PLC Gateway
P/N 7593417_02
7