Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Geavanceerde Instellingen; Sub-Crossovers En Basmanagement; Geluid-/Sub-Configuratie - Cambridge Audio azur 351R Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Geavanceerde instellingen

Voor de meeste gebruikers moeten de drie basisstappen van het instelproces
voldoende zijn voor normaal gebruik. Maar de 351R biedt daarnaast een groot
aantal geavanceerde instellingen, voor gebruikers die de werking van hun apparaat
nog verder willen aanpassen naar hun persoonlijke voorkeur.

Sub-crossovers en basmanagement

Zoals beschreven in het hoofdstuk 'De 351R instellen', verzorgt de 351R het
basmanagement voor elke luidspreker die in het OSD als 'Klein' is ingesteld.
Dit betekent dat de lage tonen die luidsprekers niet goed aankunnen, worden
omgeleid naar de subwoofer.
azur 351R
Audio In. Select
Front L/R
Tone/Sub Config.
Center
Speaker Config.
Surr. L/R
Speaker Distance
Speaker Level
Speaker Xover
Auto Setup
Dolby/DTS Setup
OSD Setup
Quit : [I/O]
De crossover-aanpassingen in het Luidspreker-crossovermenu bepalen vanaf
welk punt deze overgang plaatsvindt. Met andere woorden, deze bepalen de
frequentie waaronder lage tonen worden omgeleid van de 'kleine' luidsprekers
naar het subwooferkanaal. Het moge duidelijk zijn dat lage tonen die naar de
subwoofer worden gezonden, anders klinken dan lage tonen die in het surround-
soundmateriaal zijn gecodeerd voor het speciale LFE-kanaal.
Wanneer het bronmateriaal een afzonderlijk LFE-kanaal bevat (DD- of DTS-
materiaal), wordt dit altijd omgeleid naar de subwoofer (indien deze is ingeschakeld)
en heeft de crossover-instelling geen effect. Sommige codeersoorten (zoals Dolby
Pro Logic II en Neo:6) hebben geen LFE-kanaal.
De standaardinstelling voor alle basmanagement-crossovers is 80Hz. Dit is een
goed uitgangspunt. Als u niets wilt aanpassen, kunt u alle crossovers op deze
instelling laten staan.
Deze
instellingen
gelden
alleen
NB:
luidsprekerconfiguratiemenu als Klein zijn ingesteld.
Ervaren gebruikers kunnen echter de luidsprekercrossovers voor elke als 'Klein'
ingestelde luidspreker afzonderlijk aanpassen, om bijvoorbeeld de lage tonen
rechtstreeks te sturen naar vloerluidsprekers voor (en naar de subwoofer) met
bijv. 50Hz, maar niet naar de surround rechts en links met bijv. 100Hz. Mocht u
deze aanpassingen willen uitvoeren, dan kunt u het beste uw luidsprekerfabrikant
raadplegen of contact opnemen met uw verkoopadres en vragen naar de
frequentierespons van uw systeem en vanaf welk punt de lage-tonenweergave van
elke luidspreker kwalitatief afneemt (ook bekend als 3dB of 6dB roll off/cutoff-
punt). U kunt dan ongeveer op dat punt de crossover instellen.
80Hz <>
80Hz <>
80Hz <>
Enter : [ENTER]
voor
luidsprekers
die
in
het

Geluid-/sub-configuratie

Selecteer het menu 'Geluid-/sub config'
azur 351R
Audio In. Select
Bass
Tone/Sub Config.
Treble
Speaker Config.
LFE Trim
Speaker Distance
DD/DTS Sub Trim
Speaker Level
DD/DTS Bass Aug.
Speaker Xover
PLII Sub Trim
Auto Setup
PLII Bass Aug
Dolby/DTS Setup
Stereo+Sub Trim
OSD Setup
Quit : [I/O]
De respons voor lage tonen kan worden bijgesteld [+/- 10dB @ 100Hz (gestapeld)].
De respons voor hoge tonen kan worden bijgesteld [+/- 10dB @ 10kHz (gestapeld)].
Het 'Geluid'-pictogram licht op op het display wanneer deze waarden anders
worden ingesteld dan 0dB (vlak). Het subwoofer-crossoverpunt kan eveneens
worden bijgesteld van 40 tot 150Hz in stappen van 10Hz en tevens tot 200Hz.
De 351R beschikt over enkele geavanceerde basmanagementfuncties. Het
overkoepelende sublevel voor DD-/DTS-modi, Dolby Pro Logic II/Neo:6-modi en de
Stereo+sub-modus kan op verschillende niveaus worden ingesteld. Dit kan handig
zijn wanneer u een hoog subniveau wenst wanneer u films kijkt, maar een lager
niveau bij het afspelen van muziek. De drie niveaus kunnen gewoon in het OSD
worden ingesteld tot +/- 5dB. De tweede functie houdt in, dat de uitvoering van het
basmanagement kan worden gewijzigd.
In normale gevallen (Bass Augment Off), wanneer de luidsprekers voor zijn ingesteld
als 'Klein' (in het menu Luidsprekerconfiguratie), wordt door middel van high-pass
filtering van de luidsprekers voor de bas doorgestuurd naar het subkanaal (d.w.z.
de lage tonen worden verwijderd uit de luidsprekers voor en doorgestuurd naar de
sub). ALs de luidsprekers zijn ingesteld als 'Groot', vindt er geen filtering plaats en
worden de lage tonen niet naar het subkanaal gestuurd.
Wanneer echter de functie 'Bass Augment' is ingeschakeld en de luidsprekers voor
als 'Groot' zijn ingesteld, worden de lage tonen van linksvoor en rechtsvoor wel
naar het subkanaal gestuurd en vindt links- en rechtsvoor geen filtering plaats
(d.w.z. deze kanalen behouden het volledige bereik). Met andere woorden, de lage
tonen van het subkanaal worden aangevuld met extra lage tonen van de kanalen
links- en rechtsvoor. Indien links- en rechtsvoor zijn ingesteld als 'Klein', heeft de
functie Bass Augment geen effect en werkt alles net als wanneer de functie niet
is geactiveerd.
Bass Augment kan bij Dolby Pro Logic II/Neo:6 afzonderlijk worden in- en
uitgeschakeld.
Er is geen Bass Augment-functie voor de Stereo+sub-modus, omdat in deze modus
de luidsprekers voor - indien ingesteld als 'Groot' - nooit worden gefilterd.
Bass Augment kan van pas komen bij Dolby Pro Logic II- en Neo:6-materiaal omdat
deze codeersoorten geen LFE-kanaal hebben. Dit zou normaal betekenen dat
wanneer alle luidsprekers zouden zijn ingesteld als 'Groot', de subwoofer niet actief
zou zijn (omdat geen lage tonen worden doorgestuurd en er geen LFE-kanaal is).
Als u de subwoofer wilt activeren bij deze codeersoorten en met alle luidsprekers
op 'Groot', kunt u voor PLII/Neo6 Bass Augment activeren en de crossoverpunten
en niveaus op het gehoor instellen. Dan wordt vanuit de kanalen links- en
rechtsvoor een subkanaal ontwikkeld, zonder dat die kanalen worden gefilterd.
Zoals bij alle aanpassingen raden wij aan zelf proefondervindelijk vast te stellen
wat bij uw opstelling het best werkt.
NB: Deze aanpassingen werken in alle digitale stereo- of surround-modi, maar niet
bij analoge Stereo Direct -modus.
Ook het LFE-kanaal (voor DD-/DTS-materiaal) kan worden bijgesteld, en wel tot
10 dB in stappen van 1 dB, wat handig is wanneer u nog laat wilt luisteren of
om andere redenen het tijdelijk verminderen van de lage-frequentieweergave
wenselijk is.
Denk eraan dat het LFE-kanaal op de disk is gecodeerd en verschilt van het
overkoepelende subniveau, waarbij ook basmanagement voor de andere
luidsprekers mogelijk is.
De hoge/lage tonen kunnen ook worden bijgesteld met de afstandsbediening,
zonder daarvoor het OSD te moeten openen. Druk daartoe op de toets Bass/Treble
op de afstandsbediening en gebruik de toetsen volume hoger/lager.
azur
351R
0dB <>
0dB <>
0dB <>
0dB <>
Off <>
0dB <>
Off <>
0dB <>
Enter : [ENTER]
39

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave