GEBRUIK VAN BRANDMATERIAAL
KEUZE VAN HOUT/BRANDMATERIAAL
Alle houtsoorten kunnen als brandmateriaal benut worden, over het algemeen zijn de harde houtsoorten het best om te branden,
bijv. beuken/essen. Deze soorten branden gelijkmatig en geven maar een klein beetje as. Andere houtsoorten zoals ahorn, berk
en den zijn uitstekende alternatieven.
VOORBEREIDING
Het beste brandmateriaal wordt verkregen wanneer de boom voor 1 mei geveld, gezaagd en gekloofd wordt. Onthoud dat de
lengte van het hout aan de verbrandingskamer moet worden aangepast. We raden een diameter van 6-10 cm en ca. 6 cm korter
dan de verbrandingskamer, zodat er plaats is voor de luchtcirculatie. Wanneer de diameter van het hout groter is, moet het ge-
kloofd worden. Gekloofd hout droogt het snelst.
OPSLAG
Het gezaagde en gekloofde hout moet 1-2 jaar droog worden bewaard, voordat het voldoende droog is om gestookt te worden.
Hout droogt het snelst wanneer het zodanig wordt gestapeld dat er lucht tussen kan komen Het is een goed idee om het hout een
paar dagen op kamertemperatuur te bewaren voordat u het gebruikt Denk eraan dat het hout in het najaar en in de winter vocht
uit de lucht opneemt.
VOCHTIGHEID
Om milieuproblemen te voorkomen en om de beste verbrandingssituatie te krijgen, moet het hout droog zijn voordat het als
brandmateriaal wordt gebruikt. Bij het branden van vochtig hout, gaat een groot deel van de warmte naar het verdampen van
het water. De kachel komt daarom niet op temperatuur en geeft daarom ook geen warmte aan de ruimte af. Dit is natuurlijk niet
economisch, en er wordt roet op het glas, in de kachel en in de schoorsteen gevormd. Bovendien wordt het milieu bij het branden
van vochtig hout verontreinigd.
¬
Het hout mag maximaal 20% vocht bevatten. De beste werkingsgraad wordt bereikt bij een vochtigheid van 15-18%.
¬
Een eenvoudige manier om de vochtigheid van het hout te controleren, is om de uiteinden van het hout tegen elkaar
te slaan. Wanneer het hout vochtig is, krijgt het een dof geluid.
MATERIALEN DIE NIET KUNNEN WORDEN VERBRAND
Geverfd, geïmpregneerd en gelijmd hout of drijfhout.
Spaanplaat, plastic en behandeld papier mogen ook niet verbrand worden. Deze soorten zijn schadelijk voor mens, milieu, de
kachel en de schoorsteen.
DE WARMTEWAARDEN VAN HOUT
De warmtewaarden van hout zijn voor de verschillende houtsoorten verschil-
lend. Dat wil zeggen dat men van sommige houtsoorten meer moet stoken om
dezelfde hoeveelheid warmte te krijgen. In onze stookaanwijzingen hebben
we beuken als uitgangspunt genomen. Deze soort heeft een erg hoge warm-
tewaarde en het is de houtsoort die het gemakkelijkst te krijgen is. Wordt er
gestookt met eik of beuk, dan moet men eraan denken dat deze houtsoorten
een hogere warmtewaarde hebben dan bijv. berk. Daarom moet men hiervan
minder stoken omdat er anders schade aan de kachel kan ontstaan.
kg droog
Houtsoort
hout/m3
Witte beuk
640
Beuk/eik
580
Es
570
Ahorn
540
Berk
510
Den
480
Spar
390
Populier
380
In verhouding
tot beuk
110%
100%
98%
93%
88%
83%
67%
65%
39