Inhoudsopgave
Advertenties
4.
Gebruik
De ventilator wordt geleverd met 2 verschillende snelheden. Schakel de ventilator in door de schakelknop naar snelheid 1 of
2 te draaien. Om de ventilator uit te schakelen draait u de schakelknop naar 0.
Belangrijk bij gebruik van de ventilator:
• Houd bij het opstellen van het apparaat rekening met de afstanden t.o.v. wanden en objecten, zorg voor voldoende ruimte
hiertussen.
• Plaats het apparaat stabiel op een stevige ondergrond.
• Zorg dat verlengsnoeren volledig zijn uitgerold
• Zorg dat de luchtinlaat en luchtuitlaat vrij zijn.
• Houd bij het opstellen van het apparaat voldoende afstand t.o.v. warmtebronnen.
• Steek de stekker in een gezekerd stopcontact
5.
Noodgevallen
1. Zorg ervoor dat bij een noodgeval het apparaat z.s.m. wordt uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact wordt verwij-
derd.
2. Stel de omgeving veilig, haal personen uit een mogelijke gevarenzone.
3. Sluit een defect apparaat niet opnieuw aan!
6.
Onderhoud en reiniging
Behuizing reinigen
Reinig de behuizing met een vochtige, zachte en pluisvrije doek.
Zorg dat er geen vocht in de behuizing komt en zorg dat elektrische onderdelen niet in contact komen met vocht.
Ventilator en apparaat binnenin reinigen
• Controleer de ventilator en de beschermroosters voor en na elk gebruik op een probleemloze toestand.
• Verwijder tijdens de reinigingswerkzaamheden, indien nodig, het beschermrooster door acht bouten te verwijderen. Plaats
deze na het afronden van de reinigingswerkzaamheden weer terug.
Belangrijk!
• Schakel het apparaat uit, haal de stekker van de ventilator uit het stopcontact voordat u begint met reinigen van het ap-
paraat.
• Reinig de machine alleen met een vochtige doek of perslucht (gebruik voor de reiniging van het apparaat geen agressieve
reinigingsmiddelen, schuur- of oplosmiddelen).
7.
Opslag
Sla de apparaten op in een schone, droge binnenruimte, om zeker te zijn van een lange levensduur. Sla de apparaten nooit
vuil op.
5
Advertenties
Inhoudsopgave
