3. Steek de afvoerslang door het gat in de muur.
Zorg ervoor dat het water naar een veilige
plaats wordt afgevoerd waar het geen water-
schade of gevaar voor uitglijden veroorzaakt.
OPMERKING: De afvoerbuis moet minstens
5 cm boven de grond uitkomen. Als hij de
grond raakt, kan het apparaat geblokkeerd
raken en slecht functioneren. Als u het water
rechtstreeks in een riool loost, zorg er dan voor
dat de afvoer een U- of S-buis heeft om geuren
op te vangen die anders het huis weer in
zouden kunnen komen.
Afvoertest
Controleer of de afvoerbuis onbelemmerd is.
Deze test moet worden uitgevoerd in nieuw-
bouwwoningen voordat het plafond wordt
bekleed.
Apparaten zonder pomp.
Stop de
buis weg
Vul de waterbak met 2 liter water. Controleer of
de afvoerbuis onbelemmerd is.
Apparaten met pomp.
1.
Verwijder het testdeksel.
Vul de waterbak met 2 liter water.
Testdop
2. Zet het apparaat aan in de COOLING-mo-
dus (koelen) U hoort de afvoerpomp.
Controleer of het water goed wordt
afgevoerd (een vertraging van 1 minuut is
mogelijk, afhankelijk van de lengte van de
afvoerbuis). Controleer of er water uit de
verbindingsstukken lekt.
3. Zet de airconditioner uit en doe het deksel
er weer op.
25
Stop de
buis weg