5
De eerste print
In dit hoofdstuk wordt de procedure voor het opstarten van een print beschreven.
WAARSCHUWING
De machine dient te worden gebruikt in een goed geventileerde ruimte. Dampen die kunnen
ontstaan tijdens het printproces dienen bij onvoldoende ventilatie te worden afgezogen.
WAARSCHUWING
De printer dient uitsluitend te worden bediend met gesloten cover. De dddrop printer werkt onder
hoge temperaturen en heeft warme bewegende onderdelen die kunnen leiden tot verwondingen.
Reik nooit in de dddrop printer wanneer deze aan het printen is.
Bedien de printer altijd vanaf de smartmodule (via het touchscreen op de printer of via de
computer, smartphone of tablet in de Cloud) óf met de aan/uit-schakelaar aan de achterkant. Laat
de dddrop printer tenminste 10 minuten afkoelen na het printen, alvorens de cover te openen en
in de dddrop printer te rijken.
Bij het open en sluiten van de cover is er kans op beknelling. Bedien de cover met twee handen.
Controleer en zorg er te allen tijde voor dat de uitzetter volledig is vergrendeld in open stand, en
dat de cover in gesloten stand in zijn positie haken valt.
Voorbereiden materiaalvoorziening
5.1
Let op: Voor het verwisselen van materiaal, ga naar de Tool tab en volg de 'Change Filament'
procedure. Haal voor de voorbereiding de kap van de Filament Management Module. De Filament
Management Module zit op de achterkant van de printer. De algemene voorbereiding wordt
hieronder beschreven.
1.
Plaats het filament (1.75mm) aan de achterzijde van de printer aan de daarvoor bedoelde
rolhouders. Controleer dat het filament correct is gewikkeld (onder spanning) en dat het niet
in een lus wordt aangevoerd. Hierdoor zou de materiaalaanvoer kunnen blokkeren en de
print mislukken.
2.
Voer het filament via de filament geleiding naar de snelkoppeling en metalen bocht totdat
het doorsteekt.
3.
Druk de klemrol middels de hefboom vrij van de motorrol en voer het filament door de
koeler tot onderin de nozzle. De ventilator(en) assembly kan worden verzet om meer zicht te
hebben op de locatie van het filament. Voer door tot de Extruder tip is bereikt en laat
hefboom los waardoor de klemrol het filament tegen de motorrol aandrukt.
4.
Plaats de bocht in het lager (door de hefboom).
5.
Controleer materiaal aanvoer en materiaalkeuze.
WAARSCHUWING
Verzuimen om ALLE lagen materiaal van een vorige 3D print van het printbed te verwijderen
alsmede een slecht afgesteld printbed kunnen een botsing veroorzaken met de extruder en
componenten van het apparaat beschadigen.
14
NL 190528