NL160408 Inleiding 1. Verwijder het filament uit de vervangende nozzle. Dit kan door de ‘change filament’ functie. 2. Zet de printer op auto-home, zodat alle assen (X, Y, Z) zich naar hun 0 punt bewegen. Dit vereenvoudigd om de nozzles later met elkaar uit te lijnen. 3.
Pagina 4
NL160408 5. Verwijder de 2 boutjes (inbus 2,5) van het isolatorblokje van de te vervangen nozzle.
Pagina 5
NL160408 6. Trek de nozzle assembly naar beneden en draai deze enigszins naar voren, zodat de stelschroef waar de nozzle mee wodt geklemd losgedraaid kan worden (inbus 1,5). 7. De nozzle komt hierdoor los te zitten, waarna deze naar beneden kan worden getrokken trekken en kan worden verwijderd.
Pagina 6
NL160408 8. Monteer de nieuwe nozzle door deze van onderaf in te voeren. Druk de nozzle zo ver mogelijk in het blokje en tegelijk de teflon geleiding in de koeler. Fixeer het heater blokje aan de nozzle door middel van het aandraaien van de stelschroef (inbus 1,5) (Let op dat hierbij de tube niet knikt).
Pagina 7
NL160408 10. Verwarm het bed voor (preheat ABS). Lijn nu beide nozzles goed uit. Zet de printkop vooraan in het midden neer. Het uitlijnen houdt in dat wanneer je een papiertje (dubbelgebouwen A4) onder beide nozzles haalt, dezelfde weerstand gevoeld moet worden. Wanneer dit gelukt is, kunnen de bouten van de inklemming goed aangedraaid worden.