Inhoudsopgave
Advertenties
OP DE WATERTOEVOER AANSLUITEN
Bevestig de waterinlaatslang goed op de waterkraan.
Voor een normale werking van de machine, moet de inlaatdruk van het water tussen 0,1-1 MPa
(1-10 bar; 1-10 kp/cm
worden door het waterdebiet te meten. Er moet in 15 seconden 3 liter water uit een volledig
geopende kraan stromen.
Zet de waterslang met de hand vast voor een goede afdichting (max. 2 Nm) na het aansluiten
van de slang. Controleer de koppeling op lekken. Gebruik geen tang of gelijkaardig gereedschap,
omdat dit de schroefdraad van de moer kan beschadigen.
Gebruik alleen de waterslang die bij de machine geleverd werd. Gebruik geen gebruikte of
andere slangen.
Verzeker dat de slang niet beschadigd is. Als de slang in slechte staat, broos of gescheurd is,
moet deze vervangen worden.
AquaStop
(ALLEEN BIJ SOMMIGE MODELLEN)
Als er een interne leiding of slang beschadigd is, wordt een uitschakelsysteem geactiveerd om de
watertoevoer naar de machine uit te schakelen. In zulk geval zal het bedieningsvenster (a) rood
worden. Vervang de waterslang.
; 10-100 N/cm
) zijn. De minimum dynamische waterdruk kan bepaald
2
2
AquaStop
Normale
aansluiting
17
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
