Om de nauwkeurigheid van geofencing te verbeteren, dient uw mobiele apparaat aan de
volgende voorwaarden te voldoen:
•
Wi-Fi is ingeschakeld.
•
GPS- of locatieservices zijn ingeschakeld.
Uw mobiele apparaat voorbereiden voor geofencing
1. Schakel GPS- of locatieservices in zodat Arlo uw apparaat kan vinden.
2. Schakel Wi-Fi in.
3. Download de Arlo-app en meld u aan op elk mobiel apparaat waarop u geofencing wilt
gebruiken.
Om Arlo Geofencing op uw apparaat te laten werken, moet u de instellingen op uw mobiele
Android- of iOS-apparaat als volgt aanpassen:
Android-apparaten
•
Locatiemachtiging = aan
•
Locatieservices = aan
•
Batterijbesparing = uit
•
Datalimiet = uit
•
Vliegtuigmodus = uit
iOS-apparaten (Apple)
•
Mijn locatie delen = aan
•
Locatieservices = altijd
•
Vliegtuigmodus = uit
Geofencing voor de eerste keer instellen en modi instellen
1. Open de Arlo-app.
2. Tik op Modus.
3. Selecteer uw camera of uw optionele Arlo SmartHub of basisstation.
Er wordt een lijst met modi weergegeven.
4. Tik op Geofencing
5. Sta de Arlo-app toe de locatie van uw mobiele apparaat te gebruiken.
Geofencing werkt alleen als Arlo uw mobiele apparaat kan vinden. Op de pagina Adres
locatie wordt uw huidige adres weergegeven.
Modi, regels en meldingen
Pro 4 Spotlight-camera
.
44
Gebruikershandleiding