- om 8:15 de volgende ochtend verbindt de ElliTrack met het portal en de nieuwe instellingen
worden ontvangen
- van nu af aan verbindt de unit twee keer per dag
Hetzelfde geldt voor alle andere instellingen.
De ElliTrack-D2 kan gedwongen worden contact te maken met het portal met het SEnd
menu, zodat de instellingen worden gesynchroniseerd.
De verbinding tussen de logger in het veld en het portal kan niet
gegarandeerd worden. De verbinding is afhankelijk van de beschikbaarheid
van het mobiele netwerk en lokale omstandigheden. Er is geen enkele
garantie dat alarmen (tijdig) doorgemeld worden en bij kritische toepassingen
moet er rekening gehouden worden met de omstandigheid dat
alarmmeldingen niet (tijdig) doorkomen en/of geheel verloren gaan.
3. Bepalen van het benodigde sensor bereik
De ElliTrack-D2 kan besteld worden met verschillende drukbereiken en met een specifieke
kabellengte.
Het benodigde bereik wordt bepaald door de verwachte variatie in de waterstand en de
diepte van de peilbuis.
Als de minimale en maximale waterstand goed bekend zijn is het benodigde bereik:
maximum niveau – minimum niveau + veiligheidsmarge
De kabellengte wordt dan zo gekozen dat de sensor de gekozen veiligheidsmarge beneden
de laagste verwachte waterstand hangt.
Bij onbekende te verwachten waterstanden moet het bereik ruimer gekozen worden, maar
een zo gering mogelijk bereik is aanbevolen omdat dit de meest nauwkeurige resultaten
geeft.
De kabellengte volgt uit de afstand van de bovenkant van de peilbuis tot de gewenste diepte
van de sensor in de peilbuis.
4. Installatie procedure
Teneinde een systeem goed te kunnen installeren moeten de volgende gegevens bekend
zijn:
- peilbuis lengte
- verwachte minimum en maximum waterstanden
De kabellengte wordt zo gekozen dat de sensor met een veiligheidsmarge beneden het
laagst verwachte niveau hangt. De sensor mag niet op de bodem van de peilbuis liggen
omdat zand en modder voor verstopping van de sensor kunnen zorgen.
ElliTrack-D2 grondwaterstand logger
8