Montage- en gebruikshandleiding POOL-Control-35-smart Pagina 10 (40)
Aansluiting van de staafkleppen voor terugspoeling
Op de klemmen U5 en N kan een 230V staafklep voor terugspoeling worden aangesloten.
Op de klemmen U6 en N kan een staafafsluiter van 230V voor het schoonspoelen worden
aangesloten.
Beide kleppen worden bestuurd door de interne terugspoelregeling.
Tijdens het terugspoel- en naspoelproces worden de verwarmings- en doseertechniek
geblokkeerd.
Aansluiten van de eindschakelaars van de zwembadafdekking
Op de klemmen 42 en 43 kan een eindschakelaar op de zwembadafdekking worden
aangesloten, die bij het sluiten van de afdekking automatisch de ECO-werking start.
Op de klemmen 44 en 45 kan een eindschakelaar voor de zwembadafdekking worden
aangesloten, die de werking van de waterattracties kan blokkeren als de afdekking niet
volledig geopend is.
Op de klemmen staat een extra lage veiligheidsspanning.
Aansluiting van een flowmonitor
In plaats van de brug die in de fabriek tussen de klemmen 32 en 33 is geplaatst, kan een
stromingsschakelaar of een drukschakelaar worden aangesloten om de pomp extra te
beschermen tegen drooglopen. Tijdens de filterwerking moet het contact ervan uiterlijk 10
seconden (fabrieksinstelling, instelbereik 5-60 seconden) na het starten van de filterpomp
gesloten zijn, anders wordt de filterpomp uitgeschakeld en gaat het storingsindicatielampje
branden. Dit contact wordt in de terugspoelmodus niet opgevraagd.
Op de klemmen staat een extra lage veiligheidsspanning.
Aansluiting van de doseertechniek
Op klem U3 kan een extra 230V-apparaat (bijv. doseertechniek) worden
aangesloten, dat tijdens filterbedrijf samen met de filterpomp wordt
ingeschakeld.
Tussen klem 15 en 16 bevindt zich in de besturingseenheid een
potentiaalvrij
doseertechnologie aan te sturen (deze is gesloten tijdens filterbedrijf).
Dit contact kan belast worden met maximaal 230V/4A.
relaiscontact.
Deze
kan
worden
gebruikt
om
extra