GIDS VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Geval 1 Kan niet worden gestart
CONTROLEREN
brandstoftank
brandstoffilter
instelschroef carburateur
vonken (geen vonk)
bougie
Geval 2 De motor haalt het maximale vermogen niet
CONTROLEREN
Bougie
carburateur
Luchtfilter
de uitlaat
Cilinder/zuiger/zuigerring
brandstof
Geval 3 De motor stopt niet
CONTROLEREN
Bougie
Cilinder
MOGELIJKE
OORZAKEN
onjuiste brandstof
Brandstoffilter is
verstopt
buiten normaal
bereik
bougie is vuil/nat
bougieafstand is
niet juist
losgekoppeld
MOGELIJKE
OORZAKEN
Vuile bougie, (de
koolstofresten op
elektroden) te grote
afstand tussen de
elektroden.
Vuile carburateur of
carburateurstralen.
Vuil luchtfilter
Uitlaat, uitlaatpijp
De pakkingring in het
krukhuis lekt, versleten
cilinders, zuigers,
zuigerveren
Onjuiste
brandstofverhouding
(teveel olie)
MOGELIJKE
OORZAKEN
De stekker is lichtgrijs
met
witte
vlekken
(smeltende druppels)
Koolstofresten in het
ontstekingsgebied.
ACTIE
ledig de tank en gebruik de juiste
brandstof
reinigen
pas deze aan het normaal bereik
aan
reinigen/drogen
pas de afstand aan: 0,6 ~ 0,7
mm)
opnieuw vastdraaien
ACTIE
Reinig de bougie, controleer
de thermische waarde en
vervang deze indien nodig.
Stel 0,6 - 0,7 mm in
Reinig de carburateur, blaas
hem af
Reinig
Verwijder de uitlaatpijp,
reinig en verwijder
koolstofresten.
Vervang de cilinder, zuiger of
zuigerveren, installeer de
cilinder en zuiger
Vul de tank volgens de
instructies
ACTIE
Breng een stekker met een
hogere
thermische
aan.
Reinig
de
zuigerbodem en cilinder, het
motorblok
waarde
cilinderkop,